1913 Wolfheze, Gereformeerde kerk
Voorgeschiedenis: "Ontvangen van de Orgelcommissie Kerk der Stichting "Wolfhezc"
te Wolfheze de somma van Twee Honderd Vier en Veertig Gulden 50 CL voor 1
geleverd Seraphine Orgel.
Met bankje." Dit staat te lezen op de kwitantie d.d. 9-4-1926, uitgeschreven
door D. Ansingh & Co te Zwolle. Dit Seraphine Orgel met 6 speltonyen is het
eerste instrument dat de liederen in de kerk begeleidde.
Het werd volgens de notulen "aangeboden door broeder C. de Geus en anderen(02)
1928: In 1928 besloot de kerkenraad een orgelcommissie in het leven te roepen
om gelden te verzamelen voor een ander orgel en op 23 juli 1928 werd een
reglement opgesteld.
Het streven van de kerkenraad was om een bedrag van f 2.000,- te verzamelen.
Daar moest echt voor gespaard worden, want "de kleine luyden" hadden het in die
tijd niet breed.
Volgens enige vergeelde lijsten varieerden de toegezegde bedragen van f 0,25 tot
f 5,- per maand. De meesten gaven f 1,- Er waren in die tijd ongeveer 150
bijdragende kerkleden.
Hoewel het streefbedrag nog niet was bereikt, werd in maart 1929 door de
kerkenraad alvast een tweedehands pijporgel met pneumatisch systeem voor f
2.000,- bij firma P. van Dam te Leeuwarden besteld.
Dit was het Standaart-orgel van
Vlaardingen gebouw Rehoboth.
Omdat er boven de preekstoel een galerij voor dat orgel gebouwd moest worden,
kon het pas in het najaar van dat jaar geplaatst worden.
Op woensdag 23 oktober 1929 werd het in gebruik genomen, er moesten helaas in de
volgende jaren nogal wat reparaties plaats vinden, zodat het uiteindelijk een
duur orgel bleek te zijn.
De vochtigheid in de kerk was daar mogelijk debet aan.(02)
1945: In de oorlog
raakten kerk en orgel beschadigd. Het instrument is vermoedelijk in 1945 gesloopt. (01)
Na zestien jaar (1945) moest er een ander orgel komen. Het werd een
twee-klaviers orgel met een vrij pedaal orgel voor f 2.250.-, dat inclusief het bankje
op 14 november 1946 werd geplaatst door de firma Goldschmeding tc Amsterdam. (02)
1950: Vier jaar later, op 21 januari 1950, werd weer een orgel
besteld en wel bij de firma Van Leeuwen en Zonen te Leiderdorp.
Om het nu in één keer goed voor elkaar te hebben, werd een nieuw, tweeklaviers
orgel en vrij pedaal besteld voor de somma van f 15.000,-,
Dit bedrag kon worden betaald, omdat de kerk een oorlogsschadeuitkering van f
10.000,- kreeg voor de aankoop van een kerkorgel.
Het resterende bedrag moest bijeengebracht worden door milde gevers en de
verkoop van het harmonium.
Op 27 november van dat jaar werd het orgel op de speciaal er voor geconstrueerde
galerij boven de aoofdingang geplaatst.
Voor het verzamelen van dat resterende oedrag heeft de orgelcommissie zich goed
ingezet, maar ze was natuurlijk wel afhankelijk van de offervaardigheid van de
kerkleden.
Dat die offervaardigheid niet altijd evenredig was aan de mate van rijkdom,
bleek uit een zin in het laatste verslag van de orgelcommissie: "Bijna zonder
uitzondering heeft ieder gemeentelid z'n steentje bijgedragen, al bleek ook bij
deze actic, dat waar een zware steen mocht worden verwacht een grintsteentje te
voorschijn kwam en omgekeerd,"(02)
Het van Leeuwen orgel (03)
Bronvermelding: