Geschiedenis Orgelmakerij Standaart
Familiegeschiedenis
Geschiedenis Orgelmakerij Standaart in Rotterdam 1904-1923
Geschiedenis Orgelmakerij Standaart
in Schiedam 1923-1945
Geschiedenis Standaart Organ Company
in de Verenigde Staten 1945 - 1954
Cor Standaart (1916-1976)
Werknemers bij
Standaart
Geschiedenis Orgelmakerij Standaart vanaf 1945
1946: Dr. A.W.J. Standaart Jr. verlaat het bedrijf en vertrekt naar Amerika en
sticht in Suffolk (bij Richmond in Virginia ) een orgelfabriek: "Standaart
Organ Company".
1947: Er worden in deze tijd blijkbaar ook eigenaardig
combinatieinstrumenten gebouwd.
Bericht uit: Het vrije volk 03-07-1947?
Zierikzeesche Nieuwsbode 14 februari 1948 pagina 7 en Overijsselsch dagblad
13-02-1948
De Heerenveensche koerier 21-11-1950
1950:
Het bedrijf in Nederland wordt op 16 maart 1950 voortgezet door zoon Cor
onder de naam "Orgelfabriek Standaart” en wordt gevestigd aan de Kreupelstraat
10 te Schiedam.
Het bedrijf onderhield of verbouwde de orgels die door de fa. Standaart
waren gebouwd. Nieuwbouw kwam nauwelijks nog voor.
1958: A.W.J. Standaart komt te overlijden.
Cor Standaart heeft in 1958, na de dood van zijn vader, het bedrijf voortgezet, hoewel hij het werk niet zelf uitvoerde. Hij legde zich meer toe op
het bespelen van cinema-orgels en verkreeg daarin een
zekere bekendheid.
Haarlem's Dagblad 14 januari 1958 pagina 13 , Algemeen Dagblad 14-01-1958
Algemeen Dagblad 27-11-1965 Klik op de afbeelding voor een vergroting
Algemeen Dagblad 08-01-1976 Klik op de afbeelding voor een vergroting
1976: Na het overlijden van Cor
Standaart in 1976 wordt het bedrijf beëindigd.
Algemeen Dagblad 11-04-1978 Klik op de afbeelding voor een vergroting
2018: Uit Schiedam24AltijdNieuws 11-01-2018
https://schiedam24.nl/nl/nieuws/uit-cultuur/kegelwind-was-het-geheim-van-orgelbouwer-adriaan-standaart/7591
Artikel over Adriaan Standaart met foto.
Tekst van het artikel:
TERZIJDE – Het is vandaag zestig jaar geleden dat Adriaan Standaart overleed.
Hij was een van de beroemdste orgelbouwers van Europa en had zijn bedrijf
gedurende twaalf jaar in Schiedam. Dat was voldoende om hem als ‘Schiedammer’ in
te lijven. Wat mij vooral fascineerde, was dat zijn moderne orgels een
pneumatische kegellade met inlatende wind hadden. Een kegellade met inlatende
wind… hierbij werd de speeltafelwind uit de hoofdbalg aangevoerd.
Adrianus Willem Jacobus Standaart was een zondagskind, geboren op 12 februari
1882 in Rotterdam. Hij was genoemd naar zijn grootvader van moeders kant,
Adrianus van de Haspel (1824-1911), orgelbouwer bij Kam & Van der Meulen, vooral
actief in de Rotterdamse regio, maar leverancier van orgels in het hele land.
Zijn opa was er mede-eigenaar van. De andere firmanten waren opgeleid bij Bätz
en Van Dam. Het bedrijf werd in 1869 opgeheven en Adriaan van der Haspel ging
verder als zelfstandig orgelbouwer. Hij bracht zijn kleinzoon de liefde voor het
vak bij.
Het echte ambacht leerde Adriaan bij de wereldvermaarde orgelbouwer Pieter
Maarschalkerweerd in Utrecht. Diens zoon Michaël kwam ook in de firma en deze
ging met zijn tijd mee en bracht vernieuwing aan, zoals de pneumatische
kegellade. Michaël ging ook over op een fabrieksmatige aanpak, zoals hij dat in
Parijs had gezien bij de beroemde orgelbouwer Cavaillé-Coll met zijn Manufacture
d'Orgues d' Eglise. Onder invloed van wat hij in Parijs gehoord en gezien had
bouwde Michaël orgels die meer geschikt waren voor het spelen van
negentiende-eeuwse romantische werken dan voor de uitvoering van barokmuziek.
Het orgel in het Concertgebouw is een van de bekendste Maarschalkerweerd-orgels.
Adriaan Standaart keerde in 1900 terug in Rotterdam, vakbekwaam opgeleid en nog
slechts achttien jaar oud. Opa Adriaan was als gevorderde zeventigplusser aan
het afbouwen, maar had vreugde in het pionieren van zijn kleinzoon. Zo kwam het
dat Adriaan Standaart in 1904 met behulp van opa een eigen orgelmakerij kon
oprichten onder de naam: Ateliers voor Kerkorgelbouw A. Standaart, gevestigd aan
de Scheepmakershaven in Rotterdam. Zoals Adriaan bij de Maarschalkerweerds had
gezien, koos hij ook voor een fabrieksmatige opzet, waardoor hij de orgels tegen
een voordelige prijs kon leveren. Zodoende veranderde de bedrijfsnaam in N.V.
Standaart’s Orgelfabrieken, inmiddels verhuisd naar de Raephorststraat in het
Oude Noorden van Rotterdam en later gevestigd aan de Zoomstraat, iets verderop
in de wijk. Maar met de verhuizing naar de Gerrit van der Lindenstraat in het
Nieuwe Westen kwam hij al dichter bij Schiedam.
Tot 1920 bouwde Standaart alleen kerkorgels, maar daarna specialiseerde hij zich
in orgels voor concertzalen en ook bioscopen, zodat de ‘stomme films’ van geluid
konden worden voorzien. In 1923 kwam Standaart naar Schiedam en vestigde het
bedrijf zich aan de Noordvest 18. Er werkten veertig man. Standaart fabriceerde
eenklavierorgels met een degelijke mechanische tractuur, opgebouwd met
aangekochte fronten en andere materialen, maar meestal leverde hij orgels met de
moderne pneumatische kegellade met inlatende wind. Hier waren de windlades met
cancellen vervangen door windlades met kegelvormige ventielen, vandaar de naam
kegellade. Daarbij heb je niet langer gemeenschappelijke cancellen voor alle
pijpen voor een zelfde noot, maar een kegelventiel onder elke pijp of koor van
cornetpijpen, de mixtuur.
De theaterorgels hadden praktisch altijd een pneumatische tractuur. Standaart
bouwde in Schiedam meer dan veertig orgels voor theaters in het hele land, maar
ook het VARA-orgel, het stadhuisorgel op de Coolsingel in Rotterdam en in
Schiedam het kerkorgel van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB aan de Westvest
90 en het Passagetheater, waar Joop Walvis beroemd mee werd.
Maar in 1935 ging de orgelfabriek failliet. Er waren in de crisistijd van het
interbellum te weinig theaters.
Een jaar na de Tweede Wereldoorlog vroeg Adriaans jongste zoon Cor Standaart een
hinderwetvergunning aan voor de voortzetting van het bedrijf aan de Noordvest.
Zijn oudste zoon, Adriaan jr., emigreerde in 1946 naar Virginia, waar hij in
Suffolk de Standaart Organ Company oprichtte. Het bedrijf in Schiedam bloeide
op. In 1948 berichtte de Zierikzeesche Nieuwsbode dat Standaart een methode had
bedacht, waarmee je met een accordeon het orgel kon bespelen. Zo kon de organist
temidden van het publiek het orgel laten klinken.
Cor Standaart ontwikkelde zich tot een fameuze organist en trad vaak op als
plaatsvervanger van Cor Steyn. In 1950 verhuisde Orgelfabriek Standaart naar de
Kreupelstraat 10, waar het zich toelegde op restauratie van een aantal van de
285 zelfgebouwde orgels. Cor Standaart legde zich meer toe op de ontwikkeling
van cinema-orgels. Bij zijn dood in 1976, op zestigjarige leeftijd, werd de
bedrijfsvoering beëindigd.
Literatuur en overige bronnen: