1920 Rotterdam Raadhuis (Burgerzaal)
1919: Aan Standaart wordt de opdracht verstrekt een orgel te
bouwen voor de Burgerzaal.
Rotterdamsch nieuwsblad 31-03-1919
Bericht uit "Het Orgel" van april 1919
1920: Bouw van een nieuw concertorgel door Standaart
Geschonken door iemand die onbekend wenste te te blijven. Gebouwd als werk met
24 stemmen, later door de fa. Standaart zelf iets gewijzigd.
1390 sprekende pijpen, in het front gedeelte van
Prestant 8 voet. Metalen pijpen 63% tin en 37%
Spaans lood, houten pijpen cypressenhout.
Onderstaande tekst is uit een reclamefolder van de firma Standaart werd op 16
december 1922 geplaatst in het blad "Euphonia".
Orgelfabriek A. Standaart. Schiedam
HET ORGEL
IN HET
ROTTERDAMSCHE STADHUIS
Wij achten ons gelukkig, in de gelegenheid te zijn geweest, het concert-orgel in
de Koninginnezaal van 't prachtige Rotterdamsche Stadhuis te zien en te
bespelen.
Een orgel heeft voor ons altijd iets imponeerends en iets heiligs, omdat wij het
beschouwen als het meest volmaakte van alle muziekinstrumenten, dat schallen kan
als een fanfare-corps en de verfijnde innigheid van een ensemble
strijkinstrumenten nabij kan komen.Het is inderdaad het meest grandiooze
muziekinstrument dat 't menschelijk genie heeft gewrocht, en hij, die een orgel
bouwt is evenzeer een kunstenaar als hij die het kan bespelen.
Deze gedachten kwamen bij ons op. toen we onder leiding van den bekenden
orgelbouwer den heer A. Standaart van Rotterdam.-het boven afgebeelde orgel
hebben beschouwd.
Onmiddellijk krijgt men den indruk. dat hier iets bijzonders is tot stand
gebracht op het terrein van de moderne orgeltechniek en wel wat betreft de
geluidgeving.
Iets nieuws is o m. de toepassing van een hooge winddruk (opgevoerd tot 140 m.M.
waterhoogte), waardoor ondanks zeer lange geleidingen een ongelooflijk snel
aanspreken der tonen mogelijk is geworden.
De heer Standaart heeft ons in een zeer te apprecieeren fantasie de prachtige
kwaliteiten van het instrument doen hooren. Er is zoo'n verscheidenheid in toon,
en zoo'n oneindige variatie in timbre van de 1390 sprekende pijpen in dit
concertorgel, dat het effect alle beschrijvingen te boven gaat.
Een voortreffelijke samengestelde jaloezie-inrichting stelt den organist een
buitengewoon expressief vermogen ten dienst, waardoor een krachtig geïntoneerd
geluid naar believen met fraaien overgang te veranderen is in het teederste
pianissimo.
Iets nieuws vormen ook de vele uiterst praktisch aangebrachte speelmiddelen. die
op overzichtelijke en doelmatige wijze aan de speeltafel zijn aangebracht.
De registers zijn als wippers vlak boven de klaviertoetsen gemonteerd: 10 voor
het hoofdmanuaal. 10 voor het positief en 4 voor de pedaal.
De klavieren loopen van C tot en met c4 !
Boven ieder register is een drukker aangebracht voor geheel vrije combinatie,
die door een drukknopinrichting in functie wordt gesteld.
De dispositie is als volgt .
Hoofdmanuaal | Positief | Pedaal |
1. Prestant 8' | 11. Viool Prestant 8' | 21. Contrabas |
2. Bourdon 16 | 12. Aeoline 8' | 22. Subbas 16' |
3. Flüte harmonique 8' | 13. Vox Celeste 8' | 23. Fluitbas 8' |
4. Roerfluit 8' | 14. Quintadena 16' | 24. Tuba 8' |
5. Viola d'Amore 8' | 15. Viola di Gamba 8' | |
6. Octaaf 4' | 16. Holpijp 8' | |
7. Flute dolce 4' | 17. Violine 4' | |
8. Octaaf 2' | 18. Concertfluit 4' | |
9. Gambakoor 16' | 19. Woudfluit 2' | |
10. Trompet harmonique 8' | 20. Basson Hobo 8' |
In de burgerzaal van het Rotterdamse stadhuis werd in 1920 een
orgel geplaatst door de orgelbouwer Standaart. Het werd betaald uit een anonieme
gift van een Rotterdammer.
Adriaan Willem Jacobus Standaart (1882-1958), leerling van Maarschalkerweerd,
richtte in 1904 een orgelmakersbedrijf op in Rotterdam; al spoedig verlegde hij
zijn werkzaamheden naar Schiedam.
In Nederland vinden we in tegenstelling tot bijvoorbeeld de angelsaksische
landen nauwelijks orgels in stadhuizen. Het Rotterdamse voorbeeld werd maar
beperkt nagevolgd, o.m. in Arnhem (1973), Rijssen (1977) en Nieuw-Vennep (1983).
Noch de bouw van het raadhuis (1914-1920), noch die van het orgel ging
voorspoedig. Door de eerste wereldoorlog stagneerde de levering van materiaal.
Om aan het benodigde materiaal te komen was Standaart eerst genoodzaakt oude
tinnen gebruiksvoorwerpen en siervoorwerpen in te zamelen en om te smelten. (02)
Bij oplevering luidde de dispositie:
Hoofdwerk (I) C-c'''' | Zwelwerk (II) C-c'''' | Pedaal C-f' | |||
Prestant | 8' | Viool Prestant | 8' | Contrabas | 16' |
Bourdon | 16' | Aeoline | 8' | Subbas | 16' |
Fluit Harm | 8' | Voix Celeste | 8' | Fluitbas | 8' |
Roerfluit | 8' | Quintadena | 16' | Tuba | 8' |
Viola d'Amore | 8' | Viola di Gamba | 8' | ||
Octaaf | 4' | Holpijp | 8' | ||
Flute Dolce | 4' | Violine | 4' | ||
Octaaf | 2' | Concertfluit | 4' | ||
Gambakoor IV | 16' | Woudfluit | 2' | ||
Tromp. Harm. | 8' B/D | Basson-Hobo | 8' | ||
Tremulant |
Pneumatische tractuur
De Nederlander 05-11-1927 In 1927 adverteert Sandaart met dit orgel.
1953: Piet van de Kerkhoff wordt aangesteld als stadsorganist
1968: Jet Dubbeldam volgt Piet van de Kerkhoff op.
1996: Geert Bierling volgt Jet Dubbeldam op.
Zie voor meer informatie een
programmaboekje.
2000: Restauratie door Orgelmakerij Steendam.
Huidige Dispositie
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Werktuigelijke registers 3 gebruikelijke koppels + Octaafkoppel Pedaal Suboctaafkoppel II-I Superoctaafkoppel II-I 1 vrije combinatie 6 vaste combinaties automatisch pianopedaal (02) |
2015: Restauarie door Pels & van Leeuwen. Ingebruikname op 20
juni 2015 met een concert door Geert Bierling (04)
Schenker van het orgel
Bij de de herdenking van 100 jaar Stadhuis Rotterdam mocht bekend worden wie de
schenker was van het orgel.
Burgemeester Aboutaleb maakte bij die gelegenheid de bewaarde, verzegelde
enveloppen open met daarin de namen van de anonieme schenkers die bijdroegen aan
de bouw van het nieuwe stadhuis.
Uit één van die brieven bleek dat Cornelis Immig jr (1868-1924) de schenker was
van het stadhuisorgel. Hij schonk op 4 maart 1918 een bedrag van 12.500 gulden.
Cornelis Immig jr. was organist van de Evangelisch Lutherse Kerk in Rotterdam.
Hij was ook nauw betrokken bij het uitgeven van het tijdschrift "Het Orgel van
de Nederlandse Organistenvereniging.
Na de dood van zijn vadernam hij de leiding van de Koninklijke Boek- en
Steendrukkerij, boekbinderij en lichtdrukinrichting Corns. Immig en Zoon, over
en had daardoor minder tijd voor zijn muziekwerkzaamheden.
Zie ook:
http://www.rotterdam.nl/opleveringgerestaureerdeorgel
http://www.orgelnieuws.nl/schenker-stadhuisorgel-rotterdam-na-bijna-honderd-jaar-bekend/
PDF-document van de
gemeente Rotterdam
Youtube
filmpje van het voorlzen van de brieven door burgemeester Aboutaleb
http://www.rotterdamorgelstad.nl/?page_id=338
Bronvermelding: