Biezelinge Gereformeerde Gemeente

Voorgeschiedenis:
1945: Zo staat het in de notulen van 20 februari 1945: '''..ook werd nog besproken een orgel in de kerk te doen plaatsen, wegens het slechte en onstichtelijke zingen, werd met het 't oog op de tijden die we beleven, en ook het kerkgebouw, welke daar weinig ruimte voor verleenden, verdaagd tot latere gelegenheden".

1946: Een jaar later stelt een lid tijdens de ledenvergadering van 15 februari 1946 opnieuw een vraag naar een orgel. De leden geven het in handen van de kerkenraad om een orgel aan te schaffen en uit te zien naar personen die het kunnen bespelen. Vanuit de leden krijgt de kerkenraad steun van de commissieleden Nico Eversdijk en Janus Mieras.
Deze orgelcommissie is voortvarend te werk gegaan. Op 1 april al ligt er een voorstel. Bij de heer L. Eversdijk in Goes is er een orgel te koop voor f 650,=. Als het aan de gestelde eisen voldoet, kan het gekocht worden. Eversdijk biedt een Frans harmonium aan, dat voorzien is van een drukwindsysteem. Op het orgel staat wie het gemaakt heeft: A. Martin, Paris.* Het orgel is een eenklaviers- instrument. Dit orgeltje krijgt een plaats boven het portaal. De galerij wordt pas later gebouwd. De galerij is zo groot, dat ze boven de laatste vier rijen banken uitkomt.** Het bevalt zeer goed vermeldt de scriba in de notulen van 29 april. Als organisten doen Jannie Westveer en Hannes Beeke dienst. Maar enkele jaren later blijkt het orgel toch wel wat bezwaren op te leveren. Dit instrument van drie spel heeft als hoogste stem een achtvoetsregister, wat een donker geluid voortbrengt. Het orgel is niet voorzien van koppels. De gemeente krijgt bij het zingen eigenlijk te weinig steun!*** En daarvoor heeft men het orgel nu juist gekocht!
* Mededeling van organist Joh. Beeke
** Mededelingen van Joh. Beeke
*** Brief van G. Willemse aan A.S.J. Dekker, 13 september 1948

1948: Naar de ledenvergadering van 7 september 1948 zijn 38 leden gekomen om samen na te denken over orgelzaken.
De firma Ruif Orgelhandel te Dedemsvaart had verzocht om met een orgel te mogen demonstreer en. Het was een nieuw systeem ter vervanging van het Pijporgel.
De kerkenraad is enthousiast over de klank van het orgel. Maar 'aanschaf en plaatsing' is een heel bedrag - f 4000,= - en daarom is de ledenvergadering bijeengeroepen. Tevens zijn er adviseurs ter vergadering aanwezig. Het orgel was reeds aanwezig en werd eerst door de firma Ruif bespeeld. Daarna door de orgelist Joh Beeke, en vervolgens door den Heer v. Liere en den Heer Mol van Ierseke, welke laatstgenoemde als vakman aanwezig was.
Nadat de verkopers zich verwijderd hebben, vindt de beraadslaging plaats. De heer Mol adviseert het orgel niet te kopen. Hij vindt het slechts een omgebouwd huisorgel met versterking via de uitvinding. Een pijporgel is degelijker. Na honderd jaar heeft dat nog een goede kwaliteit. Een pijporgel hoeft trouwens niet zo heel veel duurder te zijn dan wat nu betaald moet worden. Mol noemt het bedrag van f 5700,=, waarvoor hij een pijporgel in Kruiningen te koop weet. Toen de vergadering dit vernam werd algemeen besloten het orgel niet aan te schaffen.
Maar is er eigenlijk wel behoefte aan een nieuw orgel? Sommigen voelen er meer voor eerst een nieuwe kerk te bouwen! Na eenig heen en weer gepraat werd het bij opstaan en blijven zitten in stemming gebracht wie voor een nieuw orgel was. Toen bleek dat de overgroote meerderheid voor een nieuw orgel was, namelijk 26 voor en 12 tegen.
Kort daarop stuurt de heer G. Willemse namens de kerkenraad een aantal brieven weg. Blijkbaar heeft de kerkenraad de heer Willemse, die organist in de Gereformeerde Gemeente te Kruiningen is, te hulp geroepen. Hij schrijft bedrijven en personen aan om inlichtingen over orgels in te winnen. Er gaat een brief naar de firma Dekker te Goes. Willemse licht eerst kort toe hoe de kerkenraad tot de vraag naar een orgel kwam. Vervolgens schrijft hij: Kerk is oud en telt ongeveer 250 zitplaatsen maar is te klein voor de tegenwoordige gemeente het orgel zou dus dienst moeten kunnen doen in een gebouw van dubbele grootte. Willemse doet enkele voorstellen, waarbij hij Dekker zijn mening vraagt.(* Brief van G. Willemse, Hoofdstraat 56, Kruiningen aan firma A.S.J. Dekker, Turfkade 9, Goes. Datum: 13 september 1948) Tien dagen later antwoordt Dekker uitvoerig. Op verzoek van Willemse werkt hij vier plannen uit. Bij alle uitvoeringen geldt volgens hem: "blaasbalg met trapinrichting, eikenhouten speeltafel, kegellade van Slavonisch eikenhout, orgelkast volgens tekening, de andere houten pijpen van deugdelijk hout, de metalen pijpen van prima materiaal, geen drukknoppen" *
Een andere brief gaat naar de heer J. Breedveld te Sliedrecht. De heer Breedveld had een pijporgel te koop aangeboden in het orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerken, De Wekker van 3 september 1948. Hij vroeg f 1550,= voor het orgel, dat driehonderd zangers kon begeleiden.**
Op 24 september worden er nog meer orgels in De Wekker aangeboden. De firma Spiering te Dordrecht adverteert met enkele kerkorgels. Een dag later klimt Willemse in de pen om per brief te informeren naar deze orgels. Hij vraagt om een spoedig antwoord en krijgt het ook. Spiering somt de technische gegevens op van de orgels waarvan hij de prijs pas in de tweede brief noemt: f 5300,= en f 6500,=. De ouderdom van de Instrumenten zijn onbekend, evenals de bouwers, doch beiden verkeeren in prima staat, en zijn geheel in orde gemaakt. De orgelbouwer kan ook een nieuw orgel leveren. Aan het eind van het jaar zal dat orgel gereed zijn. Het moet f 9150,= kosten. Spiering besluit de brief met iets wat kennelijk Willemse niet bevallen is: De bedoeling is U a.s. week of wellicht nog deze week even te bezoeken, dan kunnen wij de zaak eens even bespreken, en de kerk opnemen, wij kunnen U dan adviseeren, welke wij U aanraden. Wij berichten U dan nog nader welke dag een onzer komt, 2de helft dezer week of a.s. week.
Per ommegaande meldt Willemse, dat op Uw bezoek geen prijs wordt gesteld, omdat, indien de prijzen van meervermelde instrumenten gunstig zijn, ik een persoonlijk bezoek mijnerzijds te Uwent vruchtbaarder vind dan het omgekeerde, temeer nog daar ik vanwege mijn werkzaamheden niet thuis kan blijven zodat Uw reis eveneens een verspilling van tijd zou betekenen. Ten slotte deel ik U nog mede, dat het kerkgebouw niet behoeft te worden opgemeten, daar het aantal zitplaatsen en m3 inhoud ons bekend is, en het instrument dat er zal worden geplaatst een geheel vrije keuze onderzijds zal zijn.*** Eind september brengt Willemse een bezoek aan Turfkade 9 te Goes. In zijn fabriek heeft A.S.J. Dekker een kerkorgel staan, dat hij aan de gemeente aanbiedt voor f 6475,=.**** We kunnen zeggen, dat er voortvarend gehandeld is met betrekking tot de aanschaf van een orgel! Geen van bovengenoemde orgels is ooit geplaatst aan het Jufferswegje. Het orgel dat wel geplaatst wordt, komt uit Haarlem.
De heer Mol schrijft op 24 september 1948 aan de Christelijke Gereformeerde Gemeente Haarlem-Centrum. Hij krijgt de volgende informatie:

*Antwoord van A.S. J. Dekker aan G. Willemse. Brief van 23 september 1948
** Brief van G. Willemse aan de heer J. Breedveld. d.d. 14 september 1948. Breedveld was woordvoerder voor slager L.J.D. Zonnenberg, Wijk A304, Sliedrecht. Tel. 158. Breedveld antwoordde op 18 september 1948.
*** Brief van G. Willemse aan de orgelbouwers gebroeders Spiering te Dordrecht d.d. 25 september 1948. Antwoord van Spiering d.d. 27 september 1948. Tweede brief van Willemse d.d. 28 september 1948. Antwoord van Spiering daarop d.d. 29 september.
**** Brief van A.S.J. Dekker d.d. 1 oktober 1948.

De dispositie is als volgt:
1. Bourdon 16
2. Prestant 8
3. Roerfluit 8
4. Gamba 8
5. Celeste 8
6. Trompet 8
7. Woudfluit 2
8. Cornet 4 sterk
9. Octaaf 4
10. Fluit dolce 4
11. Subbas-pedaal
12. Tromelo* 0
13. Calcant 0
Ped-Man-koppel
Bouwjaar: 1913 bij firma Standaart

Van Prestant 8 staat groot en klein octaaf in het front. Zowel front als binnenwerk pijpen uitgevoerd in tin. Het orgel is voorzien van juk-trap-installatie, doch er wordt desgewenst bij aankoop een nieuwe Meidinger-windmachine bijgeleverd, doch wordt in rekening gebracht op f 850,= à f 900,=. 0,5 PK-motor. De lade is Slavonisch eiken, mahonie opleg.
Het instrument is dagelijks te bezichtigen en te bespelen, behalve 's Zondags, en bevindt zich in de Christelijk Gerformeerde Kerk. (...) wegens aanschaf groter orgel komt dit beschikbaar tegen Febr-Maart '49, en is momenteel nog eigendom van deze gemeente, is in goede staat.
De prijs bedraagt f 5000,= à f 5500,- zonder motor.**
De heer Mol krijgt toestemming bovenstaand orgel te bezichtigen. Zijn reiskosten zullen vergoed worden.
In de buitengewone ledenvergadering van 11 oktober valt het besluit. Behalve Mol had ook de heer Van Liere het orgel samen met een deskundige bezichtigd. Beiden vonden het een pracht orgel vooral ook de kwaliteit. De koopprijs bedraagt f 5500,= , maar voordat het op zijn plaats staat, zal het wel f 7000,= kosten. Met algemene stemmen besluit men het orgel aan te schaffen.
Staande de vergadering komt er een orgelcommissie tot stand, waarin J. Wisse, A.S. van Liere en Jac. Beeke zitting hebben. Deze commissie krijgt de opdracht toezicht te houden bij het demonteren en plaatsen van het orgel.
Op 12 oktober belt de heer Willemse ds. M. Holtrop te Haarlem op. Hij deelt hem namens de Biezelingse kerkenraad mee, dat Biezelinge het orgel voor f 5500,= koopt. Diezelfde dag ook bevestigt hij de koop per brief. Verder vermeldt hij dat de correspondentie voortaan verloopt via de heer A.S. van Liere, Dijkwel C 34, Kapelle-Biezelinge. Hij besluit de brief heel anders dan die aan orgelbouwer Spiering: Ten slotte werd mij nog opgedragen namens de kerkenraad der ger. gem. te Biezelinge nog een woord van zeer gewaardeerde dank aan U over te brengen voor de voortreffelijke wijze waarop U ons en ook deze gemeente hebt, en naar wij ten volle vertrouwen nog zult behandelen.
Ds. Holtrop beantwoordt het schrijven van Willemse. Hij spreekt zijn vertrouwen uit in de kerkenraad van Biezelinge. Een koopcontract acht de kerkeraad van Haarlem-C niet noodig, wij durven het zonder de acte wel met u wagen. Minder zeker is de predikant over eigen kunnen als het gaat om het opnemen van maten. Stel u voor dat we een fout maakten het zou de geheele bouw in Biezelinge kunnen schaden. Heusch wij durven als kerkeraad die verantwoording niet op ons te nemen.

* Officieel Tremolo
** Brief van A.H. Vermeulen, Duinlaan 11, Bennenbroek namens de Chr. Geref. Gemeente Haarlem-C d.d. 30 september 1948.

Intussen heeft Willemse in Yerseke de chef van de firma Dekker gesproken. Deze firma kan het vervoer wel verzorgen.* Op 25 oktober brengt firma Dekker een offerte uit. Voor f 1035,= wordt het orgel afgebroken, opgebouwd en speel- klaar gemaakt. Vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook reparaties zullen extra gedeclareerd worden.
Waarschijnlijk hebben de broeders het bedrag te hoog gevonden. In het dossier ligt een aantekening, dat de heer L. Eversdijk, orgelbouwer te Goes het karwei mag aanpakken. Willemse had geadviseerd Eversdijk niet te vragen, omdat hij eraan twijfelde of Eversdijk voldoende capaciteiten had voor dit werk. Maar als Eversdijk bereid is voor f 350,= het orgel te verplaatsen, te demonteren, in te pakken (inclusief kisten), op te stellen, te intoneren en te stemmen, gunt de kerkenraad hem het werk. Wel moet de gemeente ervoor zorgen, dat drie leden hem helpen. Het vervoer is in handen van C. Paauwe, die vrachtrijder is.
Nu moet de datum nog vastgesteld worden waarop het orgel gehaald wordt. Dat kan niet zo spoedig. Haarlem doet namelijk het verzoek het orgel te mogen houden tot na de feestdagen. Het verzoek van Haarlem komt eigenlijk uit Brunssum. Daar staat het nieuwe orgel voor Haarlem klaar. Maar de kerkenraad van de Hervormde gemeente te Brunssum heeft geïnformeerd naar de mogelijkheid het orgel pas na de feestdagen aan Haarlem-C te hoeven leveren.**
Per ommegaande antwoordt de heer Van Liere, dat er geen bezwaren zijn tegen vertraagde levering mits het kerkorgel in dezelfde conditie blijft. Het orgel kan gedemonteerd worden op 11 en 12 januari 1949. Deze data stelt Van Liere voor.*** Op de suggestie andere data voor te stellen gaat Haarlem niet in. We nemen dus aan, dat het orgel op 12 januari in Biezelinge gearriveerd is. Helaas kan het nog niet geplaatst worden. De commissie heeft naar een opslagruimte gezocht. Op de achterkant van de offertebrief van Haarlem, die als kladblaadje gebruikt is, staat ergens: bergplaats Sinke zolder. Zo komt het orgel een poosje terecht in de Mauritsstraat.
Voordat het drukke vergaderjaar 1948 afgesloten wordt, komt de kerkenraad nog tweemaal bijeen: op 9 december en op 22 december. Want nu het orgel is aangeschaft, blijkt dat het niet geplaatst kan worden boven de preekstoel. Is er onnauwkeurig gemeten? Het orgel is hoger dan vermoed werd. Men besluit een voorstel in te dienen om de kerk te vergroten. Eerst moet er een plan met kos- tenberaming komen; daarna zal het de ledenvergadering voorgelegd worden. Op 22 december is ook de orgelcommissie aanwezig. Inmiddels heeft de kerkenraad laten bepalen wat verbouwing van de kerk gaat kosten. Men kwam op f 12.000,= uit. Daarvoor krijgt men er twee 'vakken' bij, een voor de kerk en een voor de consistorie. Boven de consistorie zou dan het orgel een plaatsje krijgen. Dit plan zal aan de leden voorgelegd worden op zaterdagavond na kerktijd.
Op Eerste Kerstdag dus vergadert de Gereformeerde Gemeente te Biezelinge over enkele stoffelijke zaken.
De terechtwijzing van een lid dat men geen orgel kan kopen zonder vooraf te meten, wordt door een commissielid weerlegd. Er is wel degelijk gemeten door Mol en Willemse, maar de maten klopten niet. Op de achterkant van de offertebrief vinden we inderdaad verschillende maten genoteerd.
De voorzitter legt het plan voor. Als de kerk vergroot wordt, kan het orgel geplaatst worden, komt er een ruimere consistorie en is het zitplaatsenprobleem opgelost. Maar men loopt het risico dat men geen vergunning krijgt. Verschillende stemmen gaan op. Er zijn er .die tegen verbouwing zijn; zij. stellen voor het orgel te verkopen. Anderen zijn voor verbouwing, omdat men de plaatsen dan zo verdelen kan dat de kinderen in hoofdzaak bij de ouders komen te zitten. Er zijn mensen die terugschrikken voor het grote bedrag.
Na veel heen en weer gepraat wordt er gestemd. Van de 38 aanwezigen stemmen er 24 voor verbouwing, 12 zijn tegen, terwijl 2 leden een stem van onwaarde uitbrengen.

* Brief van Willemse aan P. Slabbekoorn d.d. 13 oktober 1948
** Brief van W. Jonkhoff, Voorhelmstraat 8 rd. te Haarlem d.d. 9 november 1948
*** Brief van A.S. van Liere aan de kerkenraad van Haarlem-C d.d. 29 december 1948


Foto: (04) Situatie in de oude kerk

1949: Tijdens de opbouw van het pijporgel, staat het harmonium voor in de kerk. Zo krijgt de gemeente toch de nodige leiding bij het zingen. Uit de notulen van de vergadering op 7 juni 1949 blijkt dat het pijporgel inmiddels geplaatst is. In een speciale dienst heeft ds. W. de Wit aandacht besteed aan het nieuwe orgel. Die avond heeft orgelbouwer L. Eversdijk het orgel bespeeld.*
Men heeft zelfs nog wat geld terug kunnen winnen: De lambriseering die vrij gekomen was in verband met het plaatsen van het Pijporgel is verkocht voor f 10,00.

* Informatie van Joh. Beeke

Als de kerkenraad drie maanden later vergadert, moeten de broeders vaststellen, dat het orgel wel geplaatst is en speelt, maar ook dat het nog niet afgewerkt is. Daarom zal de heer Eversdijk, die de laatste hand aan het orgel leggen moet, tot spoed gemaand worden. Dat gebeurt schriftelijk.
Er zijn steeds twee mensen nodig om het pijporgel orgel te bedienen. De een moet trappen voor de windvoorziening, de ander kan de gemeente de toon aangeven. Maar dat trappen blijkt een bezigheid te zijn die snel verveelt. Vandaar dat de kerkenraad beslist een gat te maken in het portaal. In dat gat wordt een motor gehangen die wind naar boven blaast. Zo kan de organist(e) het werk alleen af.*
* Mededeling van organist Joh. Beeeke


Foto (01)

1952: Wat moet er met het orgel gebeuren als er een nieuwe kerk komt? Kerkenraad en bouwcommissie hebben zich over die vraag gebogen. Verschillende keren lezen we erover in de notulen van de gecombineerde vergaderingen**.
J. Slabbekoorn brengt een aanbod van de firma Koppejan ter vergadering. Koppejan biedt aan voor f 250,= een nieuw front van de bestaande pijpen te maken. Kort daarop is er een brief van ds. J.W. Kersten die Koppejan aanbeveelt.*** Nu valt de beslissing: Koppejan mag het orgel verplaatsen. Hij kan het werk doen in de eerste volle week van augustus 1952. Als de kerkenraad en de bouwcommissie op 11 augustus bij elkaar zijn, besluiten ze dat Koppejan het orgel niet alleen moet verplaatsen, maar ook in orde moet maken. Hij dient houtworm te verwijderen, de gamba bij te werken enz. enz. Wat de broeders met dat enz. bedoeld hebben, laten ze in het midden. Maar het orgel moet verder in oorspronkelijke vorm en toestand in het nieuwe kerkgebouw worden opgebouwd. Dat is niet volgens het aanbod van Koppejan! Maar een week later lezen we een ander bericht. Het orgelfront wordt gewijzigd. Dat zal minder dan f 200,= kosten. Koppejan krijgt toestemming om de frontpijpen de juiste lengte te geven. Koppejan doet wat hem opgedragen is en daarmee heeft de nieuwe kerk ook een orgel gekregen. Toen het nog bestaande zinken front aangebracht.
** Al op 28 januari 1952 staat het orgel op de agenda van de gecombineerde vergaderingen van kerkenraad en bouwcommissie.
*** Notulen 11 februari 1952


Foto (01) Na overplaatsing naar nieuwe kerk door Koppejan.

Dispositie na overplaatsing: (01)
Manuaal:
Bourdon 16', Prestant 8', Roerfluit 8', Gamba 8', Celeste 8', Octaaf 4', Fluit Dolce 4', Nasard 3'(Koppejan 1952), Woudfluit 2', Cornet disc. IV, Trompet 8'
Pedaal: Subbas 16'

1953: Begin januari 1953 al spreken de leden over het orgel tijdens de ledenvergadering. Ze vinden, dat er geen ondeskundigen op moeten spelen. Daarmee is de voorzitter het eens. Er komt een reglement, waaraan de kerkenraad zich stipt zal houden.
Een volgende orgelzaak is dus het reglement, dat opgesteld wordt. Op 2 maart 1953 behandelt de kerkenraad dit reglement. Met het reglement wil de kerkenraad voorkomen, dat het orgel als lesorgel gebruikt wordt. Voor het stellen van voorschriften is er contact gezocht met de gemeente van Goes en van Yerseke. Op 9 maart zullen ook de organisten aanwezig zijn. Samen zullen ze de regels opstellen.

1954: Ongetwijfeld zullen de organisten hun best gedaan hebben tijdens de erediensten, maar tijdens de ledenvergaderingen moeten ze nogal eens kritiek aanhoren. Zo gaat het ook op 1 februari 1954. Nadat tijdens de vergadering de belangrijkste zaken van de eredienst behandeld zijn, komt een niet minder belangrijk onderdeel aan bod: de gemeentezang. Vooral over de begeleiding is het nodige aan te merken: voor de een speelt de organist te vlug, voor de ander te langzaam. En de gemeente zingt slecht mee met het orgel! En op 24 februari 1958 vindt iemand dat er ongeregeld wordt gespeeld. Bovendien vindt hij de lange voor- en naspelen zeer hinderlijk. De kerkenraad zal erop wijzen en lijkt het daarmee dus eens te zijn.
Op de kerkenraadsvergadering van 28 juni 1954 komt het orgel weer ter sprake. Een van de organisten heeft voorgesteld een derde organist aan te stellen. Maar de kerkenraad wil daartoe pas overgaan, als beide organisten daar achterstaan. In een geval zijn beide organisten het eens. Voor de organistenvereniging van de Gereformeerde Gemeenten voelen ze niets. Die vereniging vraagt om een gift, maar die vraag wordt vanwege het standpunt van de organisten voor kennisgeving aangenomen.
In de notulen van 6 september 1954 lezen we, dat de organisten, Joh. Beeke en A.S. van Liere, voorstellen J.J. Hoekman als derde organist te benoemen. Besloten werd het met J. Hoekman te proberen.

1968: Eind 1968 is het orgel gerestaureerd door de firma A. Nijsse te Oud-Sabbinge. In 1970 is de Nasard 3' vervangen door een Mixtuur IV sterk.
Manuaal: Bourdon 16', Prestant 8', Roerfluit 8', Gamba 8', Celeste 8', Octaaf 4', Fluit Dolce 4', Mixtuur IV (Nijsse 1968), Woudfluit 2', Cornet disc. IV, Trompet 8'
Pedaal: Subbas 16'

1969: Tijdens ledenvergaderingen komt het gebruik van het orgel nogal eens ter sprake tijdens de rondvraag. Ook op 30 juni 1969 is dat het geval. Verder wordt nog gevraagd of het niet mogelijk is dat het orgel iets eerder ophoudt met spelen wanneer de dienst begint. De reden van de vraag is niet vermeld, maar de vraag zelf kan de kerkenraad wel plaatsen. De kerkeraad heeft ook last van het spelen tijdens het gebed in de consistoriekamer. Een compromis is de oplossing: de organisten krijgen 5 minuten voor de aanvang van de dienst een seintje; dan kunnen ze wat zachter spelen.

1972: De organisten zal een tip gegeven worden om ook na het einde van de leesdienst even te wachten om weer met spelen te beginnen totdat de dienstdoende ouderling de kansel heeft verlaten.
Op 14 januari 1972 zijn de broeders en  bijeen ten huize van ds. Molenaar. De organisten hebben een verzoek ingediend, dat nu besproken wordt. Zij willen beneden een speeltafel voor het orgel hebben. Maar daar hier een bedrag van f 10.000,= mee gemoeid is besluit de kerkeraad hier voorlopig niet op in te gaan.

1995: Vanwege het bouwen van een nieuwe Petrakerk in Kapelle is het orgel in 1995 afgebroken en vervangen door een instrument van Van Leeuwen, afkomstig uit Enter. Enkele stemmen van Standaart zijn opnieuw gebruikt bij de revisie van dit orgel door de firma Nijsse. Het front bleef achter in het oude kerkgebouw, dat is verkocht aan H. Zondag en P. Heykoop en sindsdien in gebruik is als zalencentrum 'De Heyzon'. Het orgel wordt aangepast aan het interieur van de Heyzon.


Foto: (04) Situatie in  zalencentrum 'De Heyzon'.


Bronvermelding:

  1. www: http://www.orgelsinzeeland.nl/navigatie_plaats_biezelinge_gergem_voorm.htm 
  2. www: orgeldatabase Piet Bron
  3. www: http://reliwiki.nl/index.php?title=Kapelle-Biezelinge,_Jufferswegje_31_-_Gereformeerde_Gemeente
  4. Boek: : Gods akkerwerk - geschiedenis van de gereformeerde gemeente te kapelle-Biezelinge". door L.F. Kosten uitgever De Ramshoorn ISBN 90-76466-24-6