1935? ’s-Gravenhage Hervormde Duinzichtkerk

1934/35: Bouw van een nieuwe kerk, die op 13 april 1935 in gebruik werd genomen. (01)



1935
: Op 11 juli 1935 werd het nieuwe, door A. Standaart gebouwde orgel, in gebruik genomen.
Prijs: ƒ9.400,-. De speeltafel stond oorspronkelijk op de „Diaconessengalerij”. Later werd zij verplaatst naar de galerij boven de hoofdingang.
Het a.s. kerkorgel zou worden opgesteld terzijde van het koor. Maar de architect had de daarvoor bestemde wand niet open gemaakt. (De betimmering met vakken van alle kerkmuren liep hier gewoon door; alleen waren er een 5- a 7-tal vakken van een soort rooster voorzien). Het orgelfront zou op die manier geheel verborgen blijven; ook om accoustische redenen was dit niet acceptabel. Daarom is later, in overleg met de heer Engels en de orgelbouwer, de gehele zijwand opengemaakt en zijn een paar steunbalken aangebracht, zodat het orgelfront iets zou kunnen uitsteken en vanuit de kerk goed zichtbaar zou zijn. Een van de redenen, waarom de architect dit geweigerd had, was dat „zijn koor dan zou gaan knipogen”.
Bij de ingebruikname zong het Duinzichtkoor psalm 118, de wijkpredikant las psalm 150, ging voor in gebed en eindigde met de wens, dat alle bewoners van deze wijk mochten zijn als levende stemmen in een groot orgel, elk met eigen positie en intonatie, maar allen afgestemd om de lof Gods voort te brengen. De kerk was geheel vol en de vergadering wijdde zelf het orgel in door het zingen van psalm 150.  (01)
Artkel rechts uit "Het Vaderland" 12-07-1935

Dispositie: (02)

Hoofdwerk Bovenwerk(Zwelwerk) Pedaal ;
Quintadeen 16' Bourdon 16' Prestant 16'
Prestant 8' Prestant 8' Subbas 16'
Holpijp 8' Roerfluit 8' Bourdon 16'
Gedekt 8' Gamba 8' Octaafbas 8'
Viola di Gamba 8' Openfluit 4' Octaaf 4'
Violon 8' Woudfluit 2' Bazuin 16'
Octaaf 4' Nasard 3' Trompet 8'
Octaaf 2' Gornet 3 st. Regaal 4'
Quint 3' Cimbel 3-4 st.  
Mixtuur 4-5 st Kromhoorn 8'  
Trompet 8' Salicionaal 8’  
Kopregaal 4'  
Voix Celeste 8’  
  Tremulant  
Manuaalonvang van G groot t/m g driegestreept octaaf
Pedaalomvang van G groot t/m f' ééngestreept octaaf
Pedaal,octaaf octaaf trompet Regaal
combinaties. Tractuur :
Verschillende registerszijn van elkaar afgeleid ,o.a,
Pedaal Octaaf 4' is Octaaf 4' van het hoofdwerk
Pedaal Trompet 8' is Trompet 8' van het hoofdwerk
Pedaal Regaal 4' is Kopregaal 4' van het bovenwerk
Het orgel heeft één vrije en de gebruikelijke vaste combinatie


De Nederlander 11-03-1935, 08-07-1935 en 12-07-1935


De avondpost 14-03-1935, De avondpost 08-07-1935,

Organisten: De eerste organist was een vaardige en enthousiaste begeleider van de gemeentezang op het hulporgel. Helaas werd na enige tijd ontdekt, dat hij N.S.B.-er was, daarom volgde ontslag..
Er kwam een orgelcommissie met de predikant, de heer Zanen jr., en als deskundige de organist van de Grote Kerk, de heer Adriaan Engels, Na een vergelijkend examen van een aantal kandidaten werd als opvolgend organist benoemd de heer C. van Kooten, die jaren lang op onvolprezen wijze de gemeente door zijn toegewijd en kunstvaardig spel gediend heeft. (01)
Verslag uit "DE LUCHTER"
......de heer A. W . Schone, op volle kracht. Hij heeft zich prachtig door alle moeilijkheden heen... gespeeld; ook, toen herhaaldelijk die beruchte sterdriehoeksschakelaar doorsloeg en ons (elektrisch) orgel stroomloos stond. Het is niet alles, om met ’n miniatuur serafientje in zulke omstandigheden den zang te moeten begeleiden, vooral: het liturgisch gedeelte; of lang op zulk een klagelijk meubeltje te moeten blijven interludieeren, als de inzamelingen in een volle beurt even langer duurden! "Wij blijven den heer Schone dankbaar voor zijn hulp.
Tot organist onzer kerk is benoemd de heer C. H. van Kooten, geb. 1913 te Steenwijk. Er waren 27 candidaten, uit alle deelen van het land; elf Hagenaars waren er bij.
Onze secretaris, de heer De Groot heeft met mij een selectie gemaakt op grond der ingekomen brieven. Wij meenden ons te moeten bepalen tot de Hagenaars.
Bij die elf brieven waren er vijf, die blijk gaven van onvoldoende scholing. De andere zes candidaten zijn opgeroepen voor een vergelijkend examen, afgenomen door ons dagelijksch bestuur, dat zich in den heer Adr. Engels van een deskundig adviseur had voorzien. Eén candidaat trok zich tevoren terug. De vijf anderen werden door ons blind gehoord; d. w. z. wij wisten alleen welke nummers er telkens speelde. De keus viel op no. vier en het bleek de heer Van Kooten te zijn. Langen tijd daarna hebben wij met hem kennis gemaakt, hij heeft tot aller voldoening in een avonddienst ,,op proef” gespeeld en aldus is zijn benoeming gevolgd.
Opgeleid door den heer P. van der Kerkhoff, organist der Nieuwe Zuiderkerk te Rotterdam, verwierf de heer Van Kooten zijn staatsdiploma piano in 1936 (Den Haag) en zijn staatsdiploma orgelspel in Juli 1938 (Den Haag).
W ij wenschen den heer van Kooten geluk met zijn benoeming en hopen, dat zijn spel de samenkomsten der gemeente door Gods zegen zal dienen en helpen bouwen.

1935: Brief d.d. 1 maart 1935 aan de Leden van den Raad van Beheer betreffende de opening van het nieuwe kerkgebouw
Offerte van Standaart d.d. 12 november 1935 voor de jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden.

1936: Brief van Standaart d.d. 9 januari 1936 voor het aanbrengen van enekele correctie n.a.v. opmerkingen door de adviseur Adriaan Engels
Brief van Standaart d.d. 21 januari 1936 met een tweetal verbetervoorstellen voor het orgelfront.
Brief van van Leeuwen d.d. 5 februari 1936 met een tweetal verbetervoorstellen voor het orgelfront.
Brief van de organist Stoppendaal d.d. 14 februari 1936 naar aanleiding het onderbrengen van het onderhoud bij van Leeuwen.
Brief van Standaarts Orgelonderhoudsdienst d.d. 13 februari 1936 naar aanleiding van het verliezen van het onderhoudscontract.

1937: Brief van de organist Stoppendaal d.d. 4 mei 1937 of de speeltafel verplaatst kan worden.

1940: Brief van de fa. van Leeuwen d.d. 21 mei 1940 omtrent de slechte toestand van het orgel
Brief van de organist d.d. 21 oktober 1940 van Kooten over problemen met het orgel

1940-45: Tijdens de oorlogsjaren werd het orgel gedemonteerd en elders opgeslagen. De kerk lag vlakbij een V2-lanceerinstallatie en werd door oorlogsgeweld zwaar beschadigd. (01)

1946: Na de herplaatsing in mei 1946 warener regelmatig, jaar in jaar uit,klachten over het orgel. Op de meest kritieke momenten was het onbespeelbaar, of het weigerde de dienst tijdens de gemeentezang.
Er werden kostbare reparaties uitgevoerd, maar de organist - en de predikant niet te vergeten — bleef zondag aan zondag in vrees leven of de motor niet zou weigeren, er niet een toon uit zou vallen, enz. Achteraf werd ervaren dat de kwaliteit te wensen overliet. Bovendien bleek - nadat het in de oorlogsjaren in de omgeving van Den Haag was „ondergedoken” — toen het zijn oude plaats weer had ingenomen, dat de verhuizing het instrument bepaald geen goed had gedaan: de verzorging bij het opbergen had te wensen overgelaten en bij de herplaatsing was er te ruw mee omgesprongen. Ook de temperatuurverschillen van de orgelruimten waren van invloed geweest. (01)

1948: Brief van de organist C. van Kooten d.d. 14 december 1948 over de slechte toestand van het orgel.

1949:
Brief van het TNO d.d. 29 maart 1949 met een advies omtrent het verbeteren van de akoestiek van de kerk
Antwoord van v.d. Waal d.d. 17 april 1949 op de brief van het TNO
Brief van organist C. van Kooten aan de Raad van Beheer d.d. 29 juni 1949 mbt. de situering van de speeltafel
Brief van de secretaris van de Raad van beheer d.d. 30 juni 1949 aan A.M. de Boom met de vraag of hij de supervisie over het orgel op zich wil nemen.
Brief van A.M. de Boom Orgelarchitect d.d. 12 september 1949 omtrent door de orgelmaker van Leeuwen uit te voeren hoognodige herstel-werkzaamheden.
Brief van organist C. van Kooten d.d. 12 september 1949 aan de Raad van Beheer omtrent de siturering van de speeltafel.

1955: Reparatievoorstel door M. Reemeijer Mzn. d.d. 8 augustus 1955. Onbekend is of de werkzaamheden ook daadwerkelijk werden uitgevoerd.

1958: Er wordt door de orgelcommisie van de Nederlands Hervormde kerk een rapport over de toestand van het orgel uitgebracht. Men adviseert een nieuw orgel aan te schaffen, omdat het Standaart orgel inferieeu acht.

1961: Half 1961 viel de beslissing: de orgelcommissie der Nederlands Hervormde Kerk keurde het orgel af en de Wijkkerkeraad stemde er in principe mee in dat een nieuw kerkorgel zou worden gebouwd.
Er werd een orgelcommissie in het leven geroepen; er moest een bedrag van ruim een ton op tafel komen; het ging niet alleen om het orgel zelf, ook de accoustiek moest grondig verbeterd worden, hetgeen verschillende veranderingen in de kerk vereiste. Vóór met de orgelbouw zou kunnen worden begonnen moest de grote galerij (de beste plaats in verband met de accoustiek) belangrijk worden versterkt, zij moest namelijk een gewicht van 4000 kg kunnen dragen. Onder leiding van de orgelcommissie is met succes in enkele jaren het geld bijeengebracht. (01)

1965: In het voorjaar van 1965 kon de opdracht aan de orgelbouwers Van Vulpen te Utrecht worden gegeven, nadat op 4 mei bij het bestuur van de Hervormde Wijkstichting een schrijven was binnengekomen van het Provinciaal College van Toezicht, dat het zijn goedkeuring had gehecht aan aankoop van het „pijporgel met de kast in blank eiken”.
Het oorspronkelijke plan betrof een orgel met 21 stemmen, maar dat vergde te grote investeringen, het werden er 15. In juni 1967 is met de bouw begonnen. Hoewel aanvankelijk de verwachting was, dat met de bouw een aantal jaren gemoeid zou zijn, vorderde het werk zo snel, dat het orgel op 30 mei 1968 ’s avonds officieel en 2 juni (Eerste Pinksterdag) met de gemeente in gebruik kon worden genomen. (01)


Foto Aart de Kort

Organisten: De organist die het eerste orgel - in juli 1935 officieel in gebruik genomen - bespeelde, was Adr. Engels, organist van de Grote Kerk. Na hem hebben vele anderen het instrument bespeeld.
In het voorjaar 1972 volgde de heer Christiaan Ingelse, eerste organist van de Oranjekerk, de heer Rakier als cantor en organist van de Duinzichtkerk op. (01)

Bronvermelding:

  1. Boek: "Veertig jaar Duinzichtkerk 1935-1975"
  2. Adviesrapport van de Orgelcommissie der nederlands Hervormde kerk d.d. 12 april 1958
  3. Briefwisseling tussen H.L.M. Kranenburg- van der Pal en Piet van Hoogdalem d.d. 18 april 2007
  4. www: http://www.reliwiki.nl/index.php?title=Bestand:Den_Haag_Duinzichtkerk_Standaart_1935.jpg
  5. Website kerk: http://www.dzkvk.nl
  6. www: Orgeldatabase Piet Bron
  7. www: http://home.planet.nl/~kort0158/DHduinzicht.html