1921 Sassenheim Gereformeerde kerk
1920: Er wordt beslist om een orgel van Standaart aan te
schaffen
Nieuwe Leidsche Courant | 29 november 1920 | pagina 2 (2/4)
1921: Standaart bouwt een tweeklaviers orgel met 23 stemmen.
Het vorige orgel van de kerk, gebouwd in 1890 door de firma J. van Gelder, en in
1912 in het huidige kerkgebouw geplaatst, werd verkocht aan de Gereformeerde
Kerk te Lisse.(03)
De originele dispositie is af te leiden uit een Rapport van de fa.Leeflang van
febr. 1956:
Het bestaande werk is ongeveer 30 jaar geleden gebouwd door de firma.
A.Standaart te Schiedam. volgens het pneumatisch kogelladen-systeem.
De dispositie omvat 23 sprekende stemmen, verdeeld over twee manualen en vrij
pedaal Het pijpwerk van Man.II staat in
zwelkast. De windtoevoer geschiedt door een electrische windmachine.
(05)
Foto (06)
MANUAAL I C-g’’’= 56 toetsen | MANUAAL II C-g”’ = 56 toetsen. | Pedaal C-f’, 30 toetsen. |
Bourdon 16’hout/metaal | Quintadeen 16 vt. hout/metnal, | Contrabas 16’hout |
Prestant 8’metaal | Vioolprestant 8 vt. hout/metaal. | Subbas 16’hout |
Salicionaal 8’hout/metaal | Viola di Gamba 8 vt. hout/metaal. | Fluitbas 8’hout/metal |
Viola d'amore 8’metaal | Vox Celeste 8 vt. metaal, | |
Flute harm. Hout/metaal | Bourdon 8 vt. hout/metaal. | |
Octaaf 4’metaal | Concertfluit 4 vt. metaal. | |
Flute dolce 4’metaal | Cor de nuit 2 vt. metaal. | |
Woudfluit 2’metaal | Clarinet disc. 8 vt. metanl. | |
Cornet 4 sterk metaal | Basson-Hobo 8 vt, metaal. | |
Vox Humana 8 vt. metaal, |
Foto (02)
Foto (06)
1958: Nieuw electro-pneumatisch orgel door Ernst Leeflang met
gebruikmaking van 14 stemmen uit het Standaart-orgel. Ingebruikname op 11 juli
1958. Adviseurs namens de Gereformeerde organisten Vereniging (GOV) waren: W.A.
Houtman en Chr. Hanegraaf
Hoofdwerk: Holkwintadeen 16' - 1921, Prestant 8', Salicionaal
8' - 1921, Roerfluit 8', Octaaf 4' - 1921, Gedekte Fluit 4', Kwint 2 2/3',
Octaaf 2', Mixtuur V-VI sterk (1 1/3'), Cornet IV sterk - 1921, Trompet 8'.
Positief: Holpijp 8', Kwintadeen 8', Prestant 4', Roerfluit 4',
Octaaf 2', Kwintfluit 1 1/3', Tertiaan II sterk, Scherp III sterk (1'), Dulciaan
8', Tremulant.
Reciet (in zwelkast): Kwintadeen 16' - 1921, Hoornprestant 8' -
1921, Bourdon 8' - 1921, Viola da Gamba 8' - 1921, Voix Céleste 8' - 1921,
Vlakfluit 4', Nachthoorn 2' - 1921, Sesquialter II sterk (discant), Mixtuur IV-V
sterk (1 1/3'), Hobo 8', Tremulant.
Pedaal: Prestant 16', Contrabas 16' - 1921, Subbas 16' - 1921,
Octaafbas 8' - 1921, Gedekt 8', Koraalbas 4', Ruispijp III sterk, Bazuin 16',
Trompet 8' - 1921.
Koppelingen: Hoofdwerk - Positief, Hoofdwerk - Reciet, Positief - Reciet, Pedaal
- Hoofdwerk, Pedaal - Positief, Pedaal - Reciet, Pedaal - Positief 4', Pedaal -
Reciet 4'.
Speelhulpen: 5 vaste combinaties, 2 vrije combinaties, Generaal Crescendo, Vrij
instelbaar piano-pedaal. (03)
Zie ook een
krantenartikel uit de Nieuwe Leidse Courant
Foto (04)
1993: W.N. de Jongh restauratie
2009: Ombouw door fa. S. de Wit. De oude electrische tractuur
wordt vervangen door een moderne computergestuurde tractuur. Op 10 oktober 2009
werd het orgel weer in gebruik genomen met een speciaal concert door de
organisten van de kerk, Huib van den Doel, George Germans en Ad de Joode.
Bronvermelding:
Foto (01)