1926, december 24 Rotterdam Thalia-theater
1926: Nieuw bioscoop-orgel door Standaart
In het Thalia-theater, directie A. Tuschinsky, is gisteren
een concert-orgel in gebruik gesteld, waardoor deze bioscoop,
als een deel der grootste theaters in ons land
thans een instrument bezit, dat door vernuftige inrichting
een belangrijk aantal verschillende klanken, waarvoor
anders tal van instrumenten noodig zouden zijn,
kan voortbrengen.
Dit orgel, dat zuiver van klank is en een fraai timbre
bezit, is geheel vervaardigd door den orgelbouwer
A. Standaart te Schiedam. Van merkwaardig vernuft
getuigt de speeltafel, met twee rijen toetsen, voetklavier
en velerlei registers, welke zoodanig is gecomprimeerd,
dat het betrekkelijk gemakkelijk onder de controle van
den organist blijft. De functionneering der 400 pijpen
wordt door magneten en electrischen stroom bewerkstelligd.
Nagenoeg alle „moderne” geluiden, alsmede
windgeruisch, dierengebrul etc. vermag een handig organist
op dit orgel te imiteeren. Het genuanceerde spel,
het aan- en afzwellen der orgelklanken, wordt mogelijk
gemaakt door een geruischloos werkende zwelkast, die
langs electrischen weg door een trede aan de speeltafel
bediend wordt.
De vooruitgang van den orgelbouw komt scherp naar
voren als men dit orgel vergelijkt met een ander orgel
uit de elfde eeuw, dat ook 400 pijpen bevatte, maar
waarvoor niet minder dan 70 orgeltrappers noodig
waren, die voor de windopwekking zorgden. Tegenwoordig
behoeft de organist slechts een schakelaar om
te zetten en het orgel is „gereed voor het gebruik” .
Het nieuwe instrument dat door den heer H. de Jong,
die in versmaat een lofzang op het orgel declameerde,
werd „ingewijd”, werd gisteravond met groote vaardigheid
bespeeld door den heer Pierre Palla, eerste organist
van het Tuschinski-theater te Amsterdam.
Brochure cinema-orgels - 31;
overdruk van bericht uit
‘De Maasbode ’,
25 december 1926.
Nieuw weekblad voor de cinematografie, jrg 5, 1926, no 14, 31-12-1926
Rotterdamsch nieuwsblad 27-12-1926