Biezelinge Gereformeerde Gemeente
Voorgeschiedenis:
1945: Zo staat het in de notulen van 20 februari 1945: '''..ook
werd nog besproken een orgel in de kerk te doen plaatsen, wegens het slechte en
onstichtelijke zingen, werd met het 't oog op de tijden die we beleven, en ook
het kerkgebouw, welke daar weinig ruimte voor verleenden, verdaagd tot latere
gelegenheden".
1946: Een jaar later stelt een lid tijdens de ledenvergadering
van 15 februari 1946 opnieuw een vraag naar een orgel. De leden geven het in
handen van de kerkenraad om een orgel aan te schaffen en uit te zien naar
personen die het kunnen bespelen. Vanuit de leden krijgt de kerkenraad steun van
de commissieleden Nico Eversdijk en Janus Mieras.
Deze orgelcommissie is voortvarend te werk gegaan. Op 1 april al ligt er een
voorstel. Bij de heer L. Eversdijk in Goes is er een orgel te koop voor f 650,=.
Als het aan de gestelde eisen voldoet, kan het gekocht worden. Eversdijk biedt
een Frans harmonium aan, dat voorzien is van een drukwindsysteem. Op het orgel
staat wie het gemaakt heeft: A. Martin, Paris.* Het orgel is een eenklaviers-
instrument. Dit orgeltje krijgt een plaats boven het portaal. De galerij wordt
pas later gebouwd. De galerij is zo groot, dat ze boven de laatste vier rijen
banken uitkomt.** Het bevalt zeer goed vermeldt de scriba in de notulen van 29
april. Als organisten doen Jannie Westveer en Hannes Beeke dienst. Maar enkele
jaren later blijkt het orgel toch wel wat bezwaren op te leveren. Dit instrument
van drie spel heeft als hoogste stem een achtvoetsregister, wat een donker
geluid voortbrengt. Het orgel is niet voorzien van koppels. De gemeente krijgt
bij het zingen eigenlijk te weinig steun!*** En daarvoor heeft men het orgel nu
juist gekocht!
* Mededeling van organist Joh. Beeke
** Mededelingen van Joh. Beeke
*** Brief van G. Willemse aan A.S.J. Dekker, 13 september
1948
1948: Naar de ledenvergadering van 7 september 1948 zijn 38
leden gekomen om samen na te denken over orgelzaken.
De firma Ruif Orgelhandel te Dedemsvaart had verzocht om met een orgel te mogen
demonstreer en. Het was een nieuw systeem ter vervanging van het Pijporgel.
De kerkenraad is enthousiast over de klank van het orgel. Maar 'aanschaf en
plaatsing' is een heel bedrag - f 4000,= - en daarom is de ledenvergadering
bijeengeroepen. Tevens zijn er adviseurs ter vergadering aanwezig. Het orgel was
reeds aanwezig en werd eerst door de firma Ruif bespeeld. Daarna door de
orgelist Joh Beeke, en vervolgens door den Heer v. Liere en den Heer Mol van
Ierseke, welke laatstgenoemde als vakman aanwezig was.
Nadat de verkopers zich verwijderd hebben, vindt de beraadslaging plaats. De
heer Mol adviseert het orgel niet te kopen. Hij vindt het slechts een omgebouwd
huisorgel met versterking via de uitvinding. Een pijporgel is degelijker. Na
honderd jaar heeft dat nog een goede kwaliteit. Een pijporgel hoeft trouwens
niet zo heel veel duurder te zijn dan wat nu betaald moet worden. Mol noemt het
bedrag van f 5700,=, waarvoor hij een pijporgel in Kruiningen te koop weet. Toen
de vergadering dit vernam werd algemeen besloten het orgel niet aan te schaffen.
Maar is er eigenlijk wel behoefte aan een nieuw orgel? Sommigen voelen er meer
voor eerst een nieuwe kerk te bouwen! Na eenig heen en weer gepraat werd het bij
opstaan en blijven zitten in stemming gebracht wie voor een nieuw orgel was.
Toen bleek dat de overgroote meerderheid voor een nieuw orgel was, namelijk 26
voor en 12 tegen.
Kort daarop stuurt de heer G. Willemse namens de kerkenraad een aantal brieven
weg. Blijkbaar heeft de kerkenraad de heer Willemse, die organist in de
Gereformeerde Gemeente te Kruiningen is, te hulp geroepen. Hij schrijft
bedrijven en personen aan om inlichtingen over orgels in te winnen. Er gaat een
brief naar de firma Dekker te Goes. Willemse licht eerst kort toe hoe de
kerkenraad tot de vraag naar een orgel kwam. Vervolgens schrijft hij: Kerk is
oud en telt ongeveer 250 zitplaatsen maar is te klein voor de tegenwoordige
gemeente het orgel zou dus dienst moeten kunnen doen in een gebouw van dubbele
grootte. Willemse doet enkele voorstellen, waarbij hij Dekker zijn mening
vraagt.(* Brief van G. Willemse, Hoofdstraat 56, Kruiningen
aan firma A.S.J. Dekker, Turfkade 9, Goes. Datum: 13 september 1948) Tien
dagen later antwoordt Dekker uitvoerig. Op verzoek van Willemse werkt hij vier
plannen uit. Bij alle uitvoeringen geldt volgens hem: "blaasbalg met
trapinrichting, eikenhouten speeltafel, kegellade van Slavonisch eikenhout,
orgelkast volgens tekening, de andere houten pijpen van deugdelijk hout, de
metalen pijpen van prima materiaal, geen drukknoppen" *
Een andere brief gaat naar de heer J. Breedveld te Sliedrecht. De heer Breedveld
had een pijporgel te koop aangeboden in het orgaan van de Christelijke
Gereformeerde Kerken, De Wekker van 3 september 1948. Hij vroeg f 1550,= voor
het orgel, dat driehonderd zangers kon begeleiden.**
Op 24 september worden er nog meer orgels in De Wekker aangeboden. De firma
Spiering te Dordrecht adverteert met enkele kerkorgels. Een dag later klimt
Willemse in de pen om per brief te informeren naar deze orgels. Hij vraagt om
een spoedig antwoord en krijgt het ook. Spiering somt de technische gegevens op
van de orgels waarvan hij de prijs pas in de tweede brief noemt: f 5300,= en f
6500,=. De ouderdom van de Instrumenten zijn onbekend, evenals de bouwers, doch
beiden verkeeren in prima staat, en zijn geheel in orde gemaakt. De orgelbouwer
kan ook een nieuw orgel leveren. Aan het eind van het jaar zal dat orgel gereed
zijn. Het moet f 9150,= kosten. Spiering besluit de brief met iets wat kennelijk
Willemse niet bevallen is: De bedoeling is U a.s. week of wellicht nog deze week
even te bezoeken, dan kunnen wij de zaak eens even bespreken, en de kerk
opnemen, wij kunnen U dan adviseeren, welke wij U aanraden. Wij berichten U dan
nog nader welke dag een onzer komt, 2de helft dezer week of a.s. week.
Per ommegaande meldt Willemse, dat op Uw bezoek geen prijs wordt gesteld, omdat,
indien de prijzen van meervermelde instrumenten gunstig zijn, ik een persoonlijk
bezoek mijnerzijds te Uwent vruchtbaarder vind dan het omgekeerde, temeer nog
daar ik vanwege mijn werkzaamheden niet thuis kan blijven zodat Uw reis eveneens
een verspilling van tijd zou betekenen. Ten slotte deel ik U nog mede, dat het
kerkgebouw niet behoeft te worden opgemeten, daar het aantal zitplaatsen en m3
inhoud ons bekend is, en het instrument dat er zal worden geplaatst een geheel
vrije keuze onderzijds zal zijn.*** Eind september brengt Willemse een bezoek
aan Turfkade 9 te Goes. In zijn fabriek heeft A.S.J. Dekker een kerkorgel staan,
dat hij aan de gemeente aanbiedt voor f 6475,=.**** We kunnen zeggen, dat er
voortvarend gehandeld is met betrekking tot de aanschaf van een orgel! Geen van
bovengenoemde orgels is ooit geplaatst aan het Jufferswegje. Het orgel dat wel
geplaatst wordt, komt uit Haarlem.
De heer Mol schrijft op 24 september 1948 aan de Christelijke Gereformeerde
Gemeente Haarlem-Centrum. Hij krijgt de volgende informatie:
*Antwoord van A.S. J. Dekker aan G. Willemse. Brief van 23
september 1948
** Brief van G. Willemse aan de heer J. Breedveld. d.d. 14
september 1948. Breedveld was woordvoerder voor slager L.J.D. Zonnenberg, Wijk
A304, Sliedrecht. Tel. 158. Breedveld antwoordde op 18 september 1948.
*** Brief van G. Willemse aan de orgelbouwers gebroeders
Spiering te Dordrecht d.d. 25 september 1948. Antwoord van Spiering d.d. 27
september 1948. Tweede brief van Willemse d.d. 28 september 1948. Antwoord van
Spiering daarop d.d. 29 september.
**** Brief van A.S.J. Dekker d.d. 1 oktober 1948.
De dispositie is als volgt:
1. Bourdon 16
2. Prestant 8
3. Roerfluit 8
4. Gamba 8
5. Celeste 8
6. Trompet 8
7. Woudfluit 2
8. Cornet 4 sterk
9. Octaaf 4
10. Fluit dolce 4
11. Subbas-pedaal
12. Tromelo* 0
13. Calcant 0
Ped-Man-koppel
Bouwjaar: 1913 bij firma Standaart
Van Prestant 8 staat groot en klein octaaf in het front. Zowel front als
binnenwerk pijpen uitgevoerd in tin. Het orgel is voorzien van
juk-trap-installatie, doch er wordt desgewenst bij aankoop een nieuwe
Meidinger-windmachine bijgeleverd, doch wordt in rekening gebracht op f 850,= à
f 900,=. 0,5 PK-motor. De lade is Slavonisch eiken, mahonie opleg.
Het instrument is dagelijks te bezichtigen en te bespelen, behalve 's Zondags,
en bevindt zich in de Christelijk Gerformeerde Kerk. (...) wegens aanschaf
groter orgel komt dit beschikbaar tegen Febr-Maart '49, en is momenteel nog
eigendom van deze gemeente, is in goede staat.
De prijs bedraagt f 5000,= à f 5500,- zonder motor.**
De heer Mol krijgt toestemming bovenstaand orgel te bezichtigen. Zijn reiskosten
zullen vergoed worden.
In de buitengewone ledenvergadering van 11 oktober valt het besluit. Behalve Mol
had ook de heer Van Liere het orgel samen met een deskundige bezichtigd. Beiden
vonden het een pracht orgel vooral ook de kwaliteit. De koopprijs bedraagt f
5500,= , maar voordat het op zijn plaats staat, zal het wel f 7000,= kosten. Met
algemene stemmen besluit men het orgel aan te schaffen.
Staande de vergadering komt er een orgelcommissie tot stand, waarin J. Wisse,
A.S. van Liere en Jac. Beeke zitting hebben. Deze commissie krijgt de opdracht
toezicht te houden bij het demonteren en plaatsen van het orgel.
Op 12 oktober belt de heer Willemse ds. M. Holtrop te Haarlem op. Hij deelt hem
namens de Biezelingse kerkenraad mee, dat Biezelinge het orgel voor f 5500,=
koopt. Diezelfde dag ook bevestigt hij de koop per brief. Verder vermeldt hij
dat de correspondentie voortaan verloopt via de heer A.S. van Liere, Dijkwel C
34, Kapelle-Biezelinge. Hij besluit de brief heel anders dan die aan orgelbouwer
Spiering: Ten slotte werd mij nog opgedragen namens de kerkenraad der ger. gem.
te Biezelinge nog een woord van zeer gewaardeerde dank aan U over te brengen
voor de voortreffelijke wijze waarop U ons en ook deze gemeente hebt, en naar
wij ten volle vertrouwen nog zult behandelen.
Ds. Holtrop beantwoordt het schrijven van Willemse. Hij spreekt zijn vertrouwen
uit in de kerkenraad van Biezelinge. Een koopcontract acht de kerkeraad van
Haarlem-C niet noodig, wij durven het zonder de acte wel met u wagen. Minder
zeker is de predikant over eigen kunnen als het gaat om het opnemen van maten.
Stel u voor dat we een fout maakten het zou de geheele bouw in Biezelinge kunnen
schaden. Heusch wij durven als kerkeraad die verantwoording niet op ons te
nemen.
* Officieel Tremolo
** Brief van A.H. Vermeulen, Duinlaan 11, Bennenbroek
namens de Chr. Geref. Gemeente Haarlem-C d.d. 30 september 1948.
Intussen heeft Willemse in Yerseke de chef van de firma Dekker gesproken. Deze
firma kan het vervoer wel verzorgen.* Op 25 oktober brengt firma Dekker een
offerte uit. Voor f 1035,= wordt het orgel afgebroken, opgebouwd en speel- klaar
gemaakt. Vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook reparaties zullen extra
gedeclareerd worden.
Waarschijnlijk hebben de broeders het bedrag te hoog gevonden. In het dossier
ligt een aantekening, dat de heer L. Eversdijk, orgelbouwer te Goes het karwei
mag aanpakken. Willemse had geadviseerd Eversdijk niet te vragen, omdat hij
eraan twijfelde of Eversdijk voldoende capaciteiten had voor dit werk. Maar als
Eversdijk bereid is voor f 350,= het orgel te verplaatsen, te demonteren, in te
pakken (inclusief kisten), op te stellen, te intoneren en te stemmen, gunt de
kerkenraad hem het werk. Wel moet de gemeente ervoor zorgen, dat drie leden hem
helpen. Het vervoer is in handen van C. Paauwe, die vrachtrijder is.
Nu moet de datum nog vastgesteld worden waarop het orgel gehaald wordt. Dat kan
niet zo spoedig. Haarlem doet namelijk het verzoek het orgel te mogen houden tot
na de feestdagen. Het verzoek van Haarlem komt eigenlijk uit Brunssum. Daar
staat het nieuwe orgel voor Haarlem klaar. Maar de kerkenraad van de Hervormde
gemeente te Brunssum heeft geïnformeerd naar de mogelijkheid het orgel pas na de
feestdagen aan Haarlem-C te hoeven leveren.**
Per ommegaande antwoordt de heer Van Liere, dat er geen bezwaren zijn tegen
vertraagde levering mits het kerkorgel in dezelfde conditie blijft. Het orgel
kan gedemonteerd worden op 11 en 12 januari 1949. Deze data stelt Van Liere
voor.*** Op de suggestie andere data voor te stellen gaat Haarlem niet in. We
nemen dus aan, dat het orgel op 12 januari in Biezelinge gearriveerd is. Helaas
kan het nog niet geplaatst worden. De commissie heeft naar een opslagruimte
gezocht. Op de achterkant van de offertebrief van Haarlem, die als kladblaadje
gebruikt is, staat ergens: bergplaats Sinke zolder. Zo komt het orgel een poosje
terecht in de Mauritsstraat.
Voordat het drukke vergaderjaar 1948 afgesloten wordt, komt de kerkenraad nog
tweemaal bijeen: op 9 december en op 22 december. Want nu het orgel is
aangeschaft, blijkt dat het niet geplaatst kan worden boven de preekstoel. Is er
onnauwkeurig gemeten? Het orgel is hoger dan vermoed werd. Men besluit een
voorstel in te dienen om de kerk te vergroten. Eerst moet er een plan met kos-
tenberaming komen; daarna zal het de ledenvergadering voorgelegd worden. Op 22
december is ook de orgelcommissie aanwezig. Inmiddels heeft de kerkenraad laten
bepalen wat verbouwing van de kerk gaat kosten. Men kwam op f 12.000,= uit.
Daarvoor krijgt men er twee 'vakken' bij, een voor de kerk en een voor de
consistorie. Boven de consistorie zou dan het orgel een plaatsje krijgen. Dit
plan zal aan de leden voorgelegd worden op zaterdagavond na kerktijd.
Op Eerste Kerstdag dus vergadert de Gereformeerde Gemeente te Biezelinge over
enkele stoffelijke zaken.
De terechtwijzing van een lid dat men geen orgel kan kopen zonder vooraf te
meten, wordt door een commissielid weerlegd. Er is wel degelijk gemeten door Mol
en Willemse, maar de maten klopten niet. Op de achterkant van de offertebrief
vinden we inderdaad verschillende maten genoteerd.
De voorzitter legt het plan voor. Als de kerk vergroot wordt, kan het orgel
geplaatst worden, komt er een ruimere consistorie en is het zitplaatsenprobleem
opgelost. Maar men loopt het risico dat men geen vergunning krijgt.
Verschillende stemmen gaan op. Er zijn er .die tegen verbouwing zijn; zij.
stellen voor het orgel te verkopen. Anderen zijn voor verbouwing, omdat men de
plaatsen dan zo verdelen kan dat de kinderen in hoofdzaak bij de ouders komen te
zitten. Er zijn mensen die terugschrikken voor het grote bedrag.
Na veel heen en weer gepraat wordt er gestemd. Van de 38 aanwezigen stemmen er
24 voor verbouwing, 12 zijn tegen, terwijl 2 leden een stem van onwaarde
uitbrengen.
* Brief van Willemse aan P. Slabbekoorn d.d. 13 oktober
1948
** Brief van W. Jonkhoff, Voorhelmstraat 8 rd. te Haarlem
d.d. 9 november 1948
*** Brief van A.S. van Liere aan de kerkenraad van
Haarlem-C d.d. 29 december 1948
Foto: (04) Situatie in de oude kerk
1949: Tijdens de opbouw van het pijporgel, staat het harmonium
voor in de kerk. Zo krijgt de gemeente toch de nodige leiding bij het zingen.
Uit de notulen van de vergadering op 7 juni 1949 blijkt dat het pijporgel
inmiddels geplaatst is. In een speciale dienst heeft ds. W. de Wit aandacht
besteed aan het nieuwe orgel. Die avond heeft orgelbouwer L. Eversdijk het orgel
bespeeld.*
Men heeft zelfs nog wat geld terug kunnen winnen: De lambriseering die vrij
gekomen was in verband met het plaatsen van het Pijporgel is verkocht voor f
10,00.
* Informatie van Joh. Beeke
Als de kerkenraad drie maanden later vergadert, moeten de broeders vaststellen,
dat het orgel wel geplaatst is en speelt, maar ook dat het nog niet afgewerkt
is. Daarom zal de heer Eversdijk, die de laatste hand aan het orgel leggen moet,
tot spoed gemaand worden. Dat gebeurt schriftelijk.
Er zijn steeds twee mensen nodig om het pijporgel orgel te bedienen. De een moet
trappen voor de windvoorziening, de ander kan de gemeente de toon aangeven. Maar
dat trappen blijkt een bezigheid te zijn die snel verveelt. Vandaar dat de
kerkenraad beslist een gat te maken in het portaal. In dat gat wordt een motor
gehangen die wind naar boven blaast. Zo kan de organist(e) het werk alleen af.*
* Mededeling van organist Joh. Beeeke
Foto (01)
1952: Wat moet er met het orgel gebeuren als er een nieuwe kerk
komt? Kerkenraad en bouwcommissie hebben zich over die vraag gebogen.
Verschillende keren lezen we erover in de notulen van de gecombineerde
vergaderingen**.
J. Slabbekoorn brengt een aanbod van de firma Koppejan ter vergadering. Koppejan
biedt aan voor f 250,= een nieuw front van de bestaande pijpen te maken. Kort
daarop is er een brief van ds. J.W. Kersten die Koppejan aanbeveelt.*** Nu valt
de beslissing: Koppejan mag het orgel verplaatsen. Hij kan het werk doen in de
eerste volle week van augustus 1952. Als de kerkenraad en de bouwcommissie op 11
augustus bij elkaar zijn, besluiten ze dat Koppejan het orgel niet alleen moet
verplaatsen, maar ook in orde moet maken. Hij dient houtworm te verwijderen, de
gamba bij te werken enz. enz. Wat de broeders met dat enz. bedoeld hebben, laten
ze in het midden. Maar het orgel moet verder in oorspronkelijke vorm en toestand
in het nieuwe kerkgebouw worden opgebouwd. Dat is niet volgens het aanbod van
Koppejan! Maar een week later lezen we een ander bericht. Het orgelfront wordt
gewijzigd. Dat zal minder dan f 200,= kosten. Koppejan krijgt toestemming om de
frontpijpen de juiste lengte te geven. Koppejan doet wat hem opgedragen is en
daarmee heeft de nieuwe kerk ook een orgel gekregen. Toen het nog bestaande
zinken front aangebracht.
** Al op 28 januari 1952 staat het orgel op de agenda van
de gecombineerde vergaderingen van kerkenraad en bouwcommissie.
*** Notulen 11 februari 1952
Foto (01) Na overplaatsing naar nieuwe kerk door Koppejan.
Dispositie na overplaatsing: (01)
Manuaal:
Bourdon 16', Prestant 8',
Roerfluit 8', Gamba 8',
Celeste 8', Octaaf 4',
Fluit Dolce 4', Nasard 3'(Koppejan 1952),
Woudfluit 2', Cornet disc.
IV, Trompet 8'
Pedaal: Subbas 16'
Bronvermelding: