1906, mei 24 Glanerbrug Hervormde kerk

Voor 1906: In het Blauwe Kerkje stond een harmonium, dat bespeeld werd door Marten ter Heide. In die dagen was het heel wat als je orgel kon spelen. (01)

1906: Vernieuwing van een bestaand werk. In gebruik genomen 25 mei 1906 ("Het Orgel" 1905/1906 pag. 77)
Manuaal: Bourdon 16’,Prestant 8’, Holpijp 8’, Gamba 8’, Octaaf 4’, Fluit dolce 4 ’, Octaaf 2’, Cornet 3 sterk, tremulant
Pedaal: Aangehangen
Glanerbrug, Herv. Kerk: Orgel inwendig vernieuwd door A. Standaart; in gebruik genomen 25 mei 1906 („Het Orgel” 1905/1906 pag. 77). Eén klavier, aan-gehangen pedaal.

Kosten: f 1061,50 (02)


Algemeen Handelsblad 25-05-1906


Kostenoverzicht inventaris van het in 1906 gebouwde kerkgebouw, waarbij de post voor het orgel ad f 1061,50. Aardig detail: voor de officiele eerste bespeling bij de inwijding van het gebouw is f 12,50 betaald.  (03)

Latere dispositie (bron onbekend)
Manuaal: Bourdon 16, Prestant 8, Holpijp 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Mixtuur 2-3 sterk, Trompet 8. Tremulant. Ventiel.
Aangehangen pedaal.


1908: Er wordt een nieuwe kerk in gebruik genomen. Geen info omtrent het orgel. De kerk werd op 7 juni 1907 gesticht en op zondag 8 juni vond de eerste kerkdienst plaats in een gehuurde schuur aan de Zwarteweg. Een maand later werd opdracht gegeven voor het maken van de kerkbanken. In september dat jaar werd de koopakte getekend voor de aankoop van een stuk grond aan de Aamsveenweg -nu Schipholtstraat- in Glanerbrug. De nieuwe kerk met 227 zitplaatsen werd op 14 november 1908 in gebruik genomen.

In de nieuwe kerk stond, bij de ingebruikneming in 1906, een eenvoudig pijporgel, dat 1 klavier had. De blaasbalg werd met de hand bediend. Als je wilde spelen moest er altijd iemand mee om te pompen.
Van dit orgel is alleen bekend dat Hare Majesteit Koningin Wilhelmina f. 100,= heeft Bijgedragen voor de aankoop. In het allereerste begin werd het bespeeld door een organiste uit Enschede. (01)

1911:Was dit orgel te klein voor onze kerk? Er wordt in elk geval een nieuw orgel aangeschaft; het is een 2-klaviers instrument met vrij pedaal. Dit orgel moet zeker na 1911 aangeschaft zijn, want het is een electro-pneumatisch instrument. De windvoorziening werd door een elektromotor aangedreven. De speeltafel stond los van het orgel, maar werd met honderden stroomdraadjes verbonden met de registergroepen en de pijpen. Elk draadje (eigenlijk twee) was verbonden met een elektromagneetje, dat het sluitklepje aan de pijp open en dicht kon trekken. Dit systeem is te vergelijken met het deurslot dat onder in de hal van een flatgebouw door een druk op de knop in de op afstand gelegen woning, geopend kan worden.
Dit orgel heeft meer dan veertigjaar dienst gedaan in onze kerk. De bekende organist/dirigent Klaas ter Heide heeft vanaf het begin tot het eind op dit orgel gespeeld.
De aanslag van de toetsen was vederlicht, in tegelstelling tot de aanslag van een mechanisch orgel, waarbij de bespeler door de vingerdruk een systeem moet bedienen, dat de luchtschuifjes aan de pijpen opent.
Bij bepaalde weersomstandigheden - vooral bij een hoog vochtigheidsgehalte - kon het gebeuren dat tijdens de kerkdienst spontaan een orgelpijp geluid liet horen! De gemeente was er op den uur wel aan gewend en Klaas ter Heide schakelde de stroomvoorziening uit. Op het laatst was het orgel, door de vele noodzakelijke reparaties, niet langer aan te houden. (01)

1963: Er moest een nieuw mechanisch orgel aangeschaft worden.
Onder het motto: “En de boer hij ploegde voort” werd een actie gestart om gelden hiervoor beschikbaar te krijgen. En die waren in korte tijd binnen.
Het nieuwe orgel werd, evenals het vorige orgel, geplaatst op het balkon achter in de kerk. Voor de plaatsing moesten er echter nog wel maatregelen getroffen worden om de nadelige gevolgen tegen te gaan van de nieuwe hete-lucht-verwarming, die ook in die periode was geplaatst. De temperatuur in de nok van de kerk was veel te hoog en er werden ventilatoren aangebracht die dat moesten voorkomen.
Toch bleek die oplossing na een aantal jaren niet afdoende. Het orgel had behoorlijk te lijden onder te omstandigheden en temperatuurwisselingen. Om te voorkomen dat het onherstelbare schade zou oplopen, is het daarom verplaatst naar beneden en staat het nu voor in de kerk in het liturgisch centrum. Deze plaats is niet alleen veel beter voor het orgel zelf maar ook voor de organist: het komt het contact en de betrokkenheid bij alles wat er gebeurt in de vier zeer ten goede.
Het nieuwe orgel werd gebouwd door H.J. Vierdag uit Enschede. Deze orgelbouwer had zich, na het leren van de eerste beginselen in het familiebedrijf, in 1946 als zelfstandig orgelbouwer gevestigd. In Enschede en omgeving, ook net over de grens in Duitsland, werd een groot aantal orgels door hem geleverd. In dejaren zestig werden ook veel orgels door Vierdag gebouwd in Zeeland. Veel kerken en orgels daar hadden grote schade geleden door de watersnoodramp.
In 1963, hetjaar waarin ook het nieuwe orgel voor Glanerbrug werd gebouwd, brandde de werkplaats van Vierdag af.
Dat is waarschijnlijk ook de reden dat er van het vorige orgel, dat bij Vierdag was ingeruild voor mogelijk hergebruik van het pijpmateriaal, geen gegevens meer bekend zijn over de dispositie of verdere bijzonderheden.
Het nieuwe orgel werd in gebruik genomen op 26 juni 1963. In die periode was de ds. B.J. Geerling predikant van de gemeente. Na een inleidend woord van dhr. M. Berger, de secretaris van de “Ploegactie” werd het orgel overgedragen aan de gemeente in de persoon van president-kerkvoogd P. Mondria, de grote “motor' achter de actie.
Bij de ingebruikname werd het orgel natuurlijk bespeeld door Klaas ter Heide, maar ook door de destijds heel bekende Utrechtse organist Lambert Erné. En ter verhoging van de feestvreugde verleende ook “Wilhelmina” haar medewerking.
Het orgel heeft 12 stemmen (registers), verdeeld over 2 klavieren en een vrij pedaal. Zoals bij meerdere orgels van Vierdag, is het tweede klavier een zgn. borstwerk.(De pijpen daarvan bevingen zich in de kleine, aparte kas onder de hoofdkas. Een dergelijke kas draagt in de orgelbouw de naam borstwerk, omdat hij zich (met enige fantasie) ongeveer ter hoogte van de borst van de organist bevindt).
De orgelkas is verdeer traditioneel van opbouw en eenvoudig gehouden. Dat is geheel in overeenstemming met het karakter van het orgel zelf. De intonatie is zodanig dat het orgel, ook bij gebruik van het “volle werk” niet opdringerig of overheersend wordt, terwijl het toch ruim voldoende draagkracht heeft om de gemeentezang te begeleiden en (daar waar nodig) ook te leiden. Er zijn voldoende mogelijkheden om registraties te kiezen, die aansluiten bij de aard en intentie van de te zingen liederen. En ook voor andere orgelstukken, bijvoorbeeld liedbewerkingen tijdens de inzamelingen voor of na de dienst, is het orgel heel geschikt.
De goede akoestiek van de kerk draagt daar nog eens een extra steentje aan bij.
Kortom: het is een instrument geworden, dat na 43 jaar, nog steeds past bij het kerkgebouw en bij de Hervormde Gemeente van Glanerbrug. Een bezit om zuinig op te zijn en goed te onderhouden. Het orgel heeft immers nog steeds, met alle vernieuwingen in kerkmuziek en liturgie door dejaren heen, een belangrijke plaats in de viering. Orgels gaan, in tegenstelling tot elektronische instrumenten, vaak vele generaties mee. Ook dit instrument zal nog vele jaren “dienst kunnen doen” en zal hopelijk nog meerdere jubilea mee mogen maken. (01)

Bronvermelding:

  1. Boek: Jubileumboek ter ere van het 100-jarig bestaan Hervormde kerk Glanerbrug. Hoofdstuk De orgels door B. Menkveld en G. Dogger
  2. E-Mail van Edsko. Hekman d.d. 22-01-2007
  3. E-Mail Edsko  Hekman 30-01-2007