1924, december Delfshaven Gereformeerde kerk (Tidemanstraat)

1923: Opdracht voor de bouw van een nieuw orgel wordt gegund aan Standaart.


Rotterdamsch nieuwsblad 19-02-1923


Rotterdamsch nieuwsblad 25-08-1923

Foto: Reliwiki http://reliwiki.nl/index.php?title=Rotterdam,_Tidemanstraat_-_Tidemanstraatkerk

Standaart maakte voor dit orgel een vouwblad

Klik op de afbeelding voor een vergroting


De standaard 04-02-1924 en De standaard 17-12-1924

1924: Het orgel in deze kerk werd geschonken door de heer Streefkerk. Het front had zilveren pijpen met groene indeuking". Het orgel had een electro-pneumatische tractuur, en was het eerste instrument in Nederland met een dergelijke techniek. Het had verder een 'Fernwerk' en een staven-klokkenspel. De eerste organist van de kerk was Johan Luijkenaar Franken.(1896-1986). Hij was daar organist todat de kerk werd gesloopt in 1975.

Van een familielid van Luijkenaar Franken Johan Luijkenaar Franken (zoon?) kwam onderstaande tekening naar voren


J. Hensems (1901-1973) – Interieur GerefKerk – Tidemanstraat R'dam W – 18 Jan '47 (Een zus van Jan Hensems: Josje Hensems was 2e echtgenote van Drs Joh. Luijkenaar Francken)



De foto van de speeltafel stamt uit dezelfde bron als bovenstaande tekening.


Dispositie:
Manuaal I: Bourdon 16, Prestant 8, Concertfluit 8, Viola di Gamba 8, Dulciana 8, Orkestfluit 8, Octaaf 4, Cornet- Mixtuur 3-5 sterk, Trompette harmonique 8.
Manuaal II (in zwelkast): Zacht Gedekt 16, Vioolprestant 8, Salicional 8, Echo Gamba 8, Gedekt 8, Quintadena 8, Flüte amabile 8, Fugara 4, Flüte travers 4, Woudfluit 2, Sesquialtera 2 2/3 en 1/3 (?), Basson Hobo 8, Klokkenspel.
Manuaal III (echowerk): Nachthoorn 8, Dubbelfluit 8, Voix céleste 8, Aeoline 8, Flüte dolce 8, Schalmei 8, Vox humana 8. Tremulant.
Pedaal: Contrabas 16, Subbas 16, Gedekt 16 (transm.), Octaafbas 8, Koraalbas 8 (transm.), Zacht Gedekt 8 (transm.), Bazuin 16.

Treden voor manuaal III en generaalcrescendo elektrisch, koppelingen elektro-pneumatisch.
Koppelingen. Sub- en superoktaafkoppels.
Vrije en vaste kombinaties.
Automatisch pianopedaal.
Generaalcrescendo.
Crescendotreden voor man. II en III. Oplossers. Uitschakelaars.
Drukknoppen: pp p mf f ff tutti aflosser.
Drukknop voor afzetten handregisters. Uitschakeling tongwerken.’.
Echowerk 45 m van de speeltafel verwijderd.
De relais niet in de speeltafel maar in het orgel zelf aangebracht. Klokken naar Amerikaans voorbeeld. Gezamenlijke kapaciteit van de windmachines 30 m3/min.
Winddruk: hoofdmanuaal 100, positief 125, pedaal en echowerk 135 mm wk.
Pijpen: grote houten van Amerikaans grenen, kleinere van fijn grenen. Grote metalen van zink, kleinere van tin.


Foto: Reliwiki http://reliwiki.nl/index.php?title=Rotterdam,_Tidemanstraat_-_Tidemanstraatkerk

Woensdagmiddag werden wij in de gelegenheid gesteld nader kennis te maken met het orgel, dat door de firma A. Standaart van Schiedam, is gebouwd in de nieuwe Gereformeerde Kerk aan de Tidemanstraat te Rotterdam. De heer J. H. Besselaar Jr. bracht enkele nummers ten gehoore, die de groote klankenrijkdom van het nieuwe instrument ten volle deden uitkomen.
Verder werd ons een kijkje gegund aan de speeltafel en in het orgel zelf. Dit is, evenals dat van de Nieuwe Zuiderkerk, gebouwd volgens het electrisch-pneumatisch systeem. Het is ’t eerste kerkorgel van dezen aard, dat door een Nederlandsche firma gebouwd is in ons land. Door de levering van soortgelijke orgels in bioscopen, heeft de firma Standaart op dit gebied ervaring opgedaan, waardoor deze bouw haar ten volle was toe te vertrouwen. De firma heeft haar opdrachtgever dan ook niet beschaamd en een stuk werk geleverd, dat een gunstig getuigenis aflegt voor de Hollandsche industrie, welke ook op dit gebied voor het buitenland niet behoeft onder te doen.
Over het front van het orgel, dat door den architect der kerk den heer Jos. de Jonge in overeenstemming met het interieur is ontworpen, strak en sober van lijn, hebben we reeds geschreven. Nu alles af is, moeten we de smaakvolle conceptie van kansel en orgel onverdeeld roemen.
De dispositie van het orgel omvat 34 registers, waaronder drie transmissies in het pedaal, 14 bij- of nevenregisters, waaronder een klokkenspel, 48 knoppen voor vrije combinatie (een bepaalde register-combinatie, die men tijdens de voordracht noodig heeft, kan daarmee tevoren worden klaargezet), een generaal-crescendo en -decrescendo, dat door den speler eveneens op een willekeurig maXImum van geluidsontwikkelingkan ingesteld worden en door middel van een langs graden bewegend wijzertje gecontroleerd, twee jalouzietreden voor de in zwelkasten ingebouwde manualen II en III. Het aantal registerknoppen en -treden, verdeeld over de drie manualen en het pedaal bedraagt 115. Deze zijn echter buitengewoon overzichtelijk aangebracht en gemakkelijk te bedienen.
De „knoppen” zijn n.1. als balanceerende blokjes boven de manualen aangebracht en laten zich openen en sluiten door een lichte drukking respectievelijk onderaan of bovenaan.
Het geheele orgel bevat 1865 pijpen, waarvan 45 sprekend in het front.
Het echo-werk, dat met manuaal III correspondeert, is, gelijk we reeds mededeelden, in den kap der kerk boven de achtergaanderij boven een rooster gebouwd. Het heeft zes registers en een tremulant.
Door jalouzieën, die door den organist electrisch in werking zijn te stellen, wordt een groote zwelwerking verkregen. Doordat het echo-werk electrisch bespeeld wordt en het geluid ervan onmiddellijk in de kerk komt kan het zonder eenig bezwaar direct met het andere werk van het orgel gecombineerd worden. Alle manualen spreken trouwens zeer gemakkelijk aan.
De omvang der manualen is van C to t g III (56 toetsen) en van het pedaal C tot F I (30 toetsen).
De windvoorziening van het orgel geschiedt door twee motoren, waarvan een het echo-werk voorziet. De dynamo met motor op één as, die voor het hoofdinstrument de noodige kracht leveren, zijn achter het orgel in een betonnen kamertje ingebouwd.
Reklamefolder met overgenomen artikel uit ‘De Rotterdammer’,
18 december 1924.


Foto van onbekende herkomst uit de verzameling van Piet van Hoogdalem

Uit Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25 december 1924.
Orgel in de nieuwe kerk. Wij zijn gistermiddag in de gelegenheid geweest kennis te maken met het orgel dat de heer A. Standaard te Schiedam voor de nieuwe gereformeerde Kerk aan de Tidemanstraat geleverd heeft, een instrument waarvan men nu niet recht verklaren kan dat het in Nederland gemaakt is. Van heel wat Nederlandsche orgels zijn vrijwel alle onderdeelen in het buitenland vervaardigd; het instrument in deze nieuwe kerk echter is naar de heer Standaard ons verzekerde "van alle vreemde smetten" vrij; de kast, de toetsenborden, alles is in de fabriek te Schiedam gemaakt. Bij dit orgel is het electrisch- pneumatische systeem toegepast; het front is ontworpen door den architect van de kerk, den heer Jos. de Jonge alhier. De dispositie omvat 34 registers, 14 bijregisters waaronder een klokkenspel, 48 knoppen voor de vrije combinaties, crescendo en decrescendo voor het geheele werk; het aantal registers, knoppen en treden verdeeld over drie manualen en pedaal bedraagt 115, het aantal pijpen 1865 waarvan 45 sprekend in het front. Het echowerk geplaatst in den kap van de kerk heeft 6 registers en een tremulant; door jalouzieën, welke de organist electrisch in werking kan stellen wordt een groote zwelwerking verkregen. Ds windvoorziening geschiedt door twee electromotoren.Verdere technische bijzonderheden zullen wij onze lezers besparen; liever verklaren wij dat het orgel ons als kerkinstrument bijzonder heeft kunnen voldoen. Een Concert van Händel en een Fantasie concertante van Petrali, beide door J.H. Besselaar met meesterschap ten gehoore gebracht zijn voldoende geweest ons de uitnemende eigenschappen van het orgel duidelijk te maken. Dat het volle werk voor de leege kerk (die vijftienhonderd menschen bevatten kan) te machtig bleek kan men gemakkelijk begrijpen; voor het overige echter heeft de klank van het instrument ons zeer bekoord; zij is helder zonder snelheid, zij is vol en kleurrijk terwijl zeer geslaagde registers fraaie effeten teweeg brengen. Voor de nieuwe kerk is dit orgel van den heer Standaard een kostbaar bezit; ook voor het geven van orgelconcerten is er nu in het nieuwe Westen een uitnemende gelegenheid gekomen.




Rotterdamsch nieuwsblad 17-12-1924




Rotterdamsch nieuwsblad 18-12-1924


Nieuwe Rotterdamsche Courant 25-12-1924


De standaard 29-12-1924


De standaard 11-11-1930

1939: Restauratie ën uitbreiding door Theo Strunk, waarna het op 19 december 1939 weer in gebruik is genomen.
Dispositie:
Hoofdwerk: Bourdon 16', Prestant 8', Roerfluit 8', Salicionaal 8', Octaaf 4', Orkestfluit 4', Superoctaaf 2', Mixtuur IV-VI sterk - 1924/1939, Cornet III-V sterk - 1939, Trompet 8'.
Zwelwerk: Zacht Gedekt 16', Prestant 8', Gedekt 8', Quintadena 8', Viola 8', Prestant 4' - 1939, Dwarsfluit 4', Quint 2 2/3' - 1939, Blokfluit 2', Terts 1 3/5' - 1939, Mixtuur III sterk - 1939, Cymbel III sterk - 1939, Basson Hobo 8', Klokken, Tremulant.
Fernwerk: Nachthoorn 8', Dubbelfluit 8', Voix Celeste 8', Aeoline 8', Flute Dolce 4', Voix Humaine 8', Schalmei 8', Klokken.
Pedaal: Resultantbas 32' - 1939, Subbas 16', Gedekte Bas 16', Contrabas 16', Octaafbas 8', Zachtgedekt 8', Quintbas 5 1/3' - 1939, Prestant 4' - 1939, Koraalbas 4', Mixtuur IV-VI sterk - 1939, Bazuin 16', Trombone 8' - 1939.


Beschrijving werkzaamheden Strunk in het tijdschrift "Organist en Eredienst" van april 1940 van de Gereformeerde organisten Vereniging

1974: Na de sluiting van de kerk in 1974 is het orgel door André Fonteyn gedemonteerd en tijdelijk in het leegstaande gebouw opgeslagen. Door vandalen is het pijpwerk echter vernield en gedeeltelijk gestolen. Het klokkenspel is opnieuw gebruikt bij de ombouw van het orgel van de Gereformeerde Kerk aan de Duyststraat door de firma Pels & Zoon.

1975: Kerk gesloopt.

Bronvermelding:

  1. www: http://www.reliwiki.nl/index.php?title=Rotterdam,_Tidemanstraat_-_Tidemanstraatkerk
  2. www: Orgeldatabase Piet Bron