1913 Arnhem Evangelisch Lutherse kerk
Voorgeschiedenis:
Toen in 1911 de voorzanger overleed begon een aktie tot aanschaf van een nieuw
orgel. Standaart plaatste het oude Leichel-orgel, dat ‘ondeugdzaam’ werd geacht,
over naar de Hervormde Kerk te Hellevoetsluis (waar hij het bestaande Batz-orgel
uit 1818 afbrak). (Standaart repareerde het Bätz-orgel in 1903)
Bericht uit "Het Orgel" juni 1912
Foto Marcel Pelt (04)
1913:
Op 8 mei 1913 werd het nieuwe Standaart-orgel, gebouwd door de firma A.
Standaart te Rotterdam, ingewijd.
Eerste klavier: Prestant 16, Bourdon 16, Prestant 8, Salicionaal 8,Viola d’amore
8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Fluit dolce 4, Woudfluit 2, Mixtuur 4 sterk, Cornet 5
sterk, Trompet 8.
Tweede klavier (in crescendokast): Vioolprestant 8, Viola di Gamba 8, Aeoline 8,
Vox céleste 8, Holpijp 8, Salicet 4, Piccolo 2, Eufonia 8, Vox angelica 8.
Tremulant.
Pedaal: Prestantbas 16, Subbas 16, Violoncel 8, Octaaf 4, Trombone 8.
Gebruikelijke koppelingen en speelhulpen. Ca. 1700 pijpen.
Elektrische windvoorziening.
Van muziekinstrumenten houdend en van mooie mechanismen stel ik om een dubbele
reden belang in een orgel. Meermalen heb ik met veel genoegen er een bezichtigd,
maar bijzonder aangenaam is ’t mij geweest, op uitnoodiging van den heer
Standaart, het werk te leeren kennen, dat hij voor onze Luthersche gemeente
vervaardigd heeft. Van buiten biedt het een waardigsierlijken aanblik, en al
wordt samenvattend-beschouwen der eiken renaissancekast helaas door een
dakgebint en ook eenigszins door de lichtkroon bemoeilijkt, men kan het
frontontwerp van den architect Freem en de beeldhouwkunstprestaties van onzen
oud-stadgenoot C. H.
Brouwer hoogschatten en door een deskundige beschreven en beoordeeld wenschen.
Binnen ziet men bij verplaatsbaar electrisch lampschijnsel een ingewikkeld, maar
niet verwarrend samenstel. Er liggen magazijnbalgen voor drieërlei luchtdruk tot
het verkrijgen der beste, natuurlijkste differentieering van verschillende
registergroepen; ook verscheidene windladen, waardoor het toonvormingsbezwaar
van nauwe verbindingsbuizen over grooten afstand vermeden wordt; zonder verdere
detailvermelding mag men verzekeren, dat in de toegepaste
constructie geen waarborg van klankjuistheid
ter wille der eenvoudigheid is verzuimd. Een electromotor,
ongemeen rustig werkend, bezorgt met een
voortstuwende schroef den luchttoevoer en regelt zich
zelf; voor ’t geval van stoornis zijn de gewone blaasbalgen
aanwezig. De schikking der inrichtingen getuigt
van schrandere berekening. Het gecompliceerde veroorzaakt
nergens iets rommeligs, alles staat ruim ondanks
het kleine bestek en is gemakkelijk te bereiken.
In een oogwenk worden verborgenheden van het pneumatisch
systeem blootgelegd, de miniatuurblaasbalgjes,
die de sluitkleppen voor registers en pijpen omhoog
duwen; ik voel hoe vrij de lichte kegeltjes met hun
vilten kussentjes door eigen gewicht terugvallen, veeren
werden in ’t geheel niet gebezigd wegens kans van
haperen en verandering der elasticiteit op den langen
duur. Naast het ordelijke, practische, vernuftige, bemerkt
men met welgevallen het royale, deugdelijke,
keurige. De beste materialen zijn gebruikt, eiken- en
mahoniehout van kennelijk uitmuntende hoedanigheden,
een speciale soort van brons voor de trompettongen;
de schrijnwerkerij blijkt voorbeeldig evenals de
metaalbehandeling; de lange rijen van roodkoperen
luchtgeleidingen glanzen, het tinnen gepijpte glinstert
als züver; onder de houten pijpen trekken de zestienvoeters
de aandacht door imposante mensuur en door
een blinken alsof ze kwamen uit een vioolmakers-atelier.
- Verlaten wij ’t interieur en bezien wij de speeltafel
met twee handklavieren, het voetklavier, de registers,
die gelijk de gebruikelijke koppels ook toetsen zijn,
korte, door een lichte vingerbeweging verstelbare wipjes,
en de combinatieknoppen voor piano, mezzoforte,
forte, tutti. Hier zijn geen exceptioneele middelen, maar
al de tot klassiek en modern concertspel vereischten.
Het orgel is gistermorgen bij de godsdienstoefening
voor het eerst bespeeld door den heer Moosdorff, organist
te Arnhem, die Bach’s d mol toccata voorgedragen
en een improvisatie gehouden heeft, en gisteravond door
den heer Pomper uit Amsterdam.
Wij zijn hun dank schuldig voor ’t luisteren naar vele
stemmen van uitnemende schoonheid en karakteristiek:
krachtig-heldere, dreunende, zacht-donkere, teeder zingende,
geheimzinnig ruischende, zonnig-kwinkeleerende
geluiden, een intensief aanzwellen en verstillen der
tonen, dat het mechanisme van ’t effect zeldzaam
weinig verraadt, zonder de kwintbijklanken, waarmee
het oude orgel mij zoo gehinderd heeft. Zijn talent
maakte ’t zeer duidelijk, dat het nieuwe den bouwer
eert en veel verheugends belooft voor de beoefening
van religieuze muziek hier ter stede. Hopen wij, dat het
kerkbestuur hun die met de hulp van dit voortreffelijke
instrument verheffende kunst willen dienen, een waarlijk
onbekrompene gezindheid zal bewijzen.
P. A. van Westrhenen,
kunstkritikus, in de
Nieuwe Arnhemsche
Courant, 19 mei 1913;
geciteerd in boekje
kerkorgels - 24 t.m. 29.
Rotterdamsch nieuwsblad 24-05-1913
Zierikzeesche Nieuwsbode 28 mei 1913 pagina 4 (44).jpg
Bericht uit "Het Orgel" 1913 juni 1913
Arnhemsche courant 09-06-1951 Klik op de afbeelding voor een vergroting
1952: Restauratie en uitgebreiding onder advies van Simon C.
Jansen.
Arnhemsche courant 27-11-1952 Klik op de afbeelding voor een vergroting
1982:
Het werd voor het laatst bespeeld op 9 oktober 1982, bij de ingebruikname van
het nieuwe Van Vulpen-orgel en is sindsdien niet meer in gebruik.
Foto uit Reliwiki:
http://www.reliwiki.nl/index.php?title=Arnhem,_Spoorwegstraat_8-10_-_Evangelisch-Lutherse_Kerk
Bronvermelding: